Botswana - woelmuizen en spuwende cobra's - Reisverslag uit Kasane, Botswana van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Botswana - woelmuizen en spuwende cobra's - Reisverslag uit Kasane, Botswana van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Botswana - woelmuizen en spuwende cobra's

Door: Joyce & Steven

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

18 Februari 2018 | Botswana, Kasane

Na onze meer dan geslaagde passage in Zuid-Afrika trekken we noordwaarts. Op 15 februari worden we aan de Victoria Falls Airport, Zimbabwe, verwacht om mijn collega Thomas (De Mol voor de kennissen, Woelmuis voor de vrienden) op te pikken. Hij zal gedurende 10 dagen met ons meereizen waarna hij vanuit Windhoek, Namibië, terug naar België zal vliegen.

Op dinsdagochtend 13 februari steken we de grens tussen Zuid-Afrika en Botswana over via de Groblersbrug. De afhandeling van het papierwerk verloopt relatief vlot, maar bij de controle van de jeep worden onze tomaten en paprika’s onverbiddelijk in beslag genomen. Onze sluwe poging om deze kostbare goederen het land in te smokkelen loopt dus in het honderd. We snorren verder door het Botswaanse platteland over een verbazend goede weg. Bochten zijn een schaars goed, net als enige vorm van reliëf in het landschap. We rijden uren en uren waarbij de savanne zeer sporadisch onderbroken wordt door enkele primitieve hutjes. We halen vlotjes een gemiddelde snelheid van 100 km/u waardoor we vrij snel onze bestemming bereiken : Nata Lodge in de omgeving van de stad Nata. Voor we ons installeren op de camping duiken we nog even een naburig natuurgebied in om de 4x4-stand van de jeep eens uit te testen. Het modderig pad brengt ons naar de rand van de Sua Pan, een uitgedroogd zoutmeer met dezelfde oppervlakte als Zwitserland. Naast enkele flamingo’s spotten we ook wat gnoes en impala’s.

De desolaatheid heeft ons vandaag zo verbaasd dat we bij het avondmaal (een vroeg valentijnsdiner in het restaurant) spontaan de bevolkingsdichtheid van Botswana opzoeken: 3,5 pp/km². Wikipedia leert ons dat dit exact 1/100 is van België en dat er 2 000 000 Botswanen wonen op de oppervlakte van Frankrijk. Het land is gewoon leeg! Of toch ook niet… Bij de passage door een zeldzaam stadje worden we tegengehouden door een politiewagen, komende uit de tegenovergestelde richting. Joyce zit aan het stuur en gehoorzaamt uiteraard onmiddellijk. Blijkt dat onze geüniformeerde vrienden ons voorwaarts geflitst hebben aan een snelheid van 86 km/u waar we 60 km/u mogen. De trouwe volger van deze blog zal zich meteen herinneren dat dit niet het eerste fratske is terwijl Joyce aan het stuur zit, en ook mijn gedachten gaan nog regelmatig naar konijntje zaliger… 50 euro later kunnen we onze tocht weer verder zetten.

Ook de volgende dag snorren we verder door de savanne tot we de rand van Chobe National Park bereiken. Door het gebrek aan reliëf kun je enkel de eerste rij bomen van de savanne zien en dit landschap strekt zich uit van het noorden van Zuid-Afrika tot Chobe in het noorden van Botswana. We zijn dus blij dat we deze 1000 km op een drafje afhaspelen en kijken reikhalzend uit naar wat verse safarivreugde in Chobe. Woensdagavond 14/02 komen we aan in Senyati Safari Camp, waar we drie nachten zullen vertoeven. Elke campsite heeft zijn eigen badkamertje, primitief van buiten maar verrassend proper en modern langs de binnenzijde. Dé grote troef van deze campsite is echter zijn grote bar, die uitzicht geeft op een prachtige waterpoel waar naar verluidt regelmatig olifanten komen drinken. Campsites in Botswana staan erom gekend ‘non fenced’ te zijn wat dus in principe betekent dat er gedurende elk moment van de nacht een guitige olifant met zijn slurf aan je voetjes kan komen kietelen, of een hongerige leeuw rondjes kan komen draaien rond je jeep. De rooftop tent maakt het gelukkig iets moeilijker voor roofdieren om ons te komen verscheuren.

Na een lekker avondmaal nestelen we ons aan de bar met zicht op de waterpoel. De duisternis is al lang gevallen maar twee spotlichten zorgen ervoor dat we voldoende zicht hebben op de activiteit aan het water. Deze is teleurstellend (lees : er is just niks te zien) en we slaan dan maar een praatje met de andere aanwezigen. Na een uurtje keuvelen doemt plots een olifant uit de duisternis op die onverstoorbaar zijn dorst begint te lessen. Al snel wordt hij vergezeld van 5 andere exemplaren, waaronder ook een schattig kleintje. Dan pas komt de échte troef van Senyati Safari Camp tot zijn recht : vanuit de bar kunnen we een ondergrondse tunnel nemen naar een bunkertje vlak voor de waterplas, van waaruit we de olifanten van absurd dichtbij kunnen gadeslaan, zonder dat we hen storen. Een prachtige ervaring! Eens terug in de bar krijgen we het gezelschap van twee security mannen en twee politieagenten. Ze melden ons dat ze er tot zonsopgang zullen blijven om de veiligheid te garanderen. Hun woorden zijn nog niet koud of we horen een diep gegrom vanuit de duisternis. De agenten springen recht, laden hun automatisch geweer en lopen in de richting van het gegrom. De veiligheidsmannen van het kamp zelf lopen voorop met een grote schijnwerper. Wij lopen met een klein hartje achterop terwijl iemand fluistert ‘Lion, lion!’. Er zou effectief een leeuw zitten binnen enkele honderden meters rond het kamp, maar we krijgen hem helaas niet te zien. Hem, inderdaad, want de agenten leren ons dat het enkel de mannetjesleeuwen zijn die grommen. Na dit vleugje suspense kruipen we veilig in onze tent voor een welverdiende nachtrust, terwijl uit de verte het gegrom van de leeuw weergalmt doorheen de duisternis.

Op 15 februari staat een ambitieuze dag op het programma. We zullen De Mol omstreeks 12u oppikken aan Victoria Falls airport, nadien de wereldberoemde watervallen zelf bezoeken om uiteindelijk opnieuw de nacht door te brengen in het Senyati Safari Camp in Botswana. Dit betekent dat we twee keer de grens tussen Botswana en Zimbabwe zullen oversteken, een grenspassage waar we al veel cowboyverhalen over gehoord hebben. We zijn dus op onze qui-vive wanneer we omstreeks 9h30 arriveren bij de grenspost. Een groepje uitermate irritante Noorse chirowijven gaat ons voor in de rij waardoor het meer dan een uur duurt alvorens we ons paspoort mogen presenteren aan de norse douanier. Een jongeman die heeft gezien dat we met een huurwagen de grens zullen oversteken neemt ons apart en zegt dat we daarvoor een fee moeten betalen. Hierdoor moeten we naast de ‘Carbon Tax (10 USD)’, ‘Road insurance (30 USD)’ en ‘Diesel tax (10 USD)’ ook nog een supplement van 50 USD ophoesten. Dit staat nergens geafficheerd maar een andere, al even norse douanier geeft de jongeman gelijk. We waren op voorhand al geïnformeerd over dergelijke praktijken, waarbij ‘border boys’ fictieve taksen komen aanrekenen. Hierbij spelen ze onder één hoedje met de douaniers zelf en verdelen ze de winst. Weinig tegen te beginnen dus en we leggen de flappies tegen onze zin om uiteindelijk toch Zimbabwe binnen te snorren, na bijna twee uur geduts aan de grenspost.

We zijn netjes op tijd om De Mol op te pikken en zetten vervolgens koers richting de falls. Deze imposante watermassa strekt zich uit over een lengte van 2 km met hoogteverschillen tot 100 m. Na de obligate kiekjes besluit Woelmuis om meteen wat leven in de brouwerij te brengen en boekt hij een bungee jump van de naburige brug, met machtig uitzicht op de falls en de canyon die gevormd werd door de Zambezi rivier. De van nature licht cynische koele kikker valt nooit uit zijn rol en na een kwartiertje safety briefing hopt hij zonder verpinken van de brug om 5 minuten later terug boven te komen met de woorden ‘Dat was zijn geld niet waard’. Na dit amusante intermezzo wippen we terug in onze bolide en kunnen zonder noemenswaardige problemen de grens opnieuw oversteken. Het is duidelijk dat er meer flappies te sprokkelen vallen met mensen die Zimbabwe binnen komen dan met reizigers die het land verlaten… Een klein wist-je-datje voor de doorwinterde quizzer : Zimbabwe heeft geen eigen munteenheid meer en er wordt nationaal in USD betaald. Enkele opdringerige verkopers langs de falls proberen ons wel biljetten te verpatsen van de oude munteenheid met het opschrift 20 000 000 000 ZAD (Zimbabwaanse dollar). Dit zou een waarde van enkele tientallen eurocent hebben…

Na de excursie naar Zimbabwe wordt het hoog tijd om ons weer in safari modus te zetten en Chobe National Park te verkennen. In tegenstelling tot Kruger is slechts een klein stuk van het park toegankelijk voor toeristen en zijn de wegen enkel geschikt voor 4x4-voertuigen. Bovendien is het regenseizoen dus worden we met regelmatige tussenpozen getrakteerd op een stevige plensbui. Op 16 februari boeken we een ochtendlijke gamedrive door het park, en in de namiddag een boottocht op de Chobe rivier. In beide gevallen worden we overvallen door een plensbui, maar dat neemt niet weg dat we verschillende nijlpaarden, krokodillen, olifanten en giraffen spotten.

Het is natuurlijk nog toffer om zelf door de natuurparken te rijden dus hebben we op 17 februari een plekje in Ihaha camp geboekt, een zeer basic campsite diep in Chobe, uiteraard ook non-fenced. Het is een halve dag rijden om er te geraken en de dag erop nog eens een halve dag om de andere uitgang van het park te bereiken, tevens de grens met Namibië. De overnachting in Ihaha camp is ronduit schitterend. Er is nog één andere site bezet door een groepje Britten, maar voorts zitten we midden in de natuur in absolute rust. Na een smakelijk BBQ’tje brengen we de avond door naast een vrolijk knetterend kampvuur. Dat midden in de natuur mag je vrij letterlijk nemen. Wanneer ik nonchalant richting de sanitaire voorzieningen wandel rijst plots een felgroene slang op uit het gras op zo’n 2 meter van mij. Het dier is ca 2,5 meter lang en maakt zich meteen dreigend breed waardoor het duidelijk wordt dat het om een cobra gaat. Ik deins terug en de slang doet hetzelfde, duidelijk onder de indruk van mijn imponerende verschijning. Achteraf hoor ik van onze Britse kampgenoten dat het gaat om een vrouwelijke, spuwende cobra. Ze kunnen tot 5 meter ver spuwen en richten op de ogen om de prooi te verblinden. Het gif kan blindheid veroorzaken maar indien je het zou in de mond krijgen is het dodelijk. Het is ongetwijfeld de meest angstaanjagende gebeurtenis sinds het bijna verdrinkingsfratske in Australië…

Op 18 februari rijden we nog een halve dag tot aan de Ngoma gate, waar we meteen ook de grens met Namibië oversteken. Het Chobe park is totaal verschillend van Kruger en ondanks dat we iets minder wildlife gezien hebben is de ervaring in Chobe zeker ook heel speciaal en aan te raden! Spoedig een nieuw relaas met de bevindingen in Namibië!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 856
Totaal aantal bezoekers 32479

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: