Rwanda – Het Toscane van Afrika - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Rwanda – Het Toscane van Afrika - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Rwanda – Het Toscane van Afrika

Door: Joyce & Steven

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

07 April 2018 | Rwanda, Kigali

Op vrijdagochtend 30 maart zetten we voet aan grond in Kigali, voor mij meteen de laatste etappe van onze onvergetelijke trip. Joyce zal nog verder reizen naar Zuid-Amerika, waarover later uiteraard meer info. Mijn Aalsterse/Rwandese vriend Elie heeft ons in contact gebracht met zijn tante Adelphine die nog steeds in zijn geboorteland woont. Ze is een bezige bij die naast toeristen rondleiden ook een klerenwinkel runt, een evenementenbureau heeft, actief is in verschillende NGO’s en de leading lady is in een Rwandese vrouwenorganisatie. Zij zal zich over ons ontfermen gedurende de komende week en haar connecties aanspreken om ons verblijf zo boeiend mogelijk te maken…

Dag 1 – een lugubere blik op de recente geschiedenis van Rwanda

Na een vlotte paspoortcontrole stappen we ietwat vermoeid doch goedgemutst de luchthaven van Kigali uit, op zoek naar een glimp van Adelphine. Het is 7u30 ’s morgens en we hebben met haar afgesproken dat we deze dag in de hoofdstad zelf zullen doorbrengen. Na een vijftal minuten komt ze breed lachend op ons af gehuppeld, zich uitgebreid excuserend voor de vertraging. Ze heeft ons een Toyota Rav4 geregeld waarmee we ons zullen verplaatsen door het kleine land. De eerste dag krijgen we zelfs een driver ter beschikking om het woelige verkeer in Kigali te trotseren. Adelphine laat er geen gras over groeien en we snorren meteen van de luchthaven naar het nabijgelegen parlementsgebouw. Daarin is een museum gevestigd over het beëindigen van de genocide die er nagenoeg dag op dag 24 jaar geleden plaatsvond. We worden er rondgeleid door een lokale gids die ons de situatie met betrekking tot de genocide probeert te schetsen.

Er bestaan verschillende bevolkingsgroepen in Rwanda, maar het leeuwendeel van de bevolking behoorde sinds mensenheugenis tot de Hutu of de Tutsi. Begin jaren 1900 werd het onderscheid voornamelijk gemaakt op basis van de bezittingen van de personen in kwestie : een Hutu had minder dan 10 koeien, een Tutsi meer dan 10. Ook al ben ik zeker dat ik niet de enige ben, ben ik beschaamd om te moeten schrijven dat ik niet wist dat Rwanda tussen 1918 en 1962 een Belgische kolonie was. Het waren de Belgen die naast wegen, hospitalen en moderne gebouwen ook de identiteitspapieren invoerden. Hierop werd vermeld of een persoon Hutu of Tutsi was, op basis van uiterlijke kenmerken en niet meer op basis van het aantal koeien. Zo werden artificiële etnische groeperingen gevormd, waarbij de Tutsi’s (meestal wat rijker dan de Hutu’s) systematisch bevoorrecht werden door de Belgische kolonisten.

Uiteraard zorgde dit voor wrevel bij de Hutu’s, die in de meerderheid waren en bijgevolg kwamen zij in 1962 aan de macht bij de onafhankelijkheid van Rwanda. Tussen 1962 en 1992 werden verschillende bloederige vetes uitgevochten tussen beide groeperingen. Deze onlusten kenden een intriest hoogtepunt op 7 april 1994 wanneer een kleine groep Hutu machthebbers de bevolking ertoe aanzette om alle Tutsi’s en gematigde Hutu’s genadeloos af te slachten. Het resultaat was een gruwelijk bloedbad met meer dan één miljoen doden over een periode van minder dan 100 dagen. De voor ons bekendste slachtoffers zijn de tien Belgische paracommando’s die vermoord werden tijdens hun opdracht in Kigali. We besluiten tot onze treurnis dat ‘de classificatie’ van de Belgische kolonisten mee aan de oorzaak ligt van deze volkerenmoord. Dit is echter niet waar de oprichters van het museum – en bijgevolg onze gids- de focus op leggen…

De spanningen in Rwanda waren eind jaren 80 en begin jaren 90 wereldwijd gekend en op het moment dat de genocide uitbrak was er een interventie eenheid van de VN aanwezig in Rwanda, alsook eenheden van het Belgische leger. In plaats van de troepen te versterken hebben zij, van bovenaf, orders gekregen om het land te verlaten en de Rwandese bevolking aan hun lot over te laten. De gids toont foto’s van konvooien vluchtende VN-troepen samen met geëvacueerde expats, alsook Belgische tanks die aanwezig waren op Rwandees grondgebied maar de strijd met de moordende milities niet aangingen. Onze gids herhaalt minstens tien keer dat de hele wereld hen in de steek liet… Hij beklemtoont dat de bevrijding kwam door Rwandese milities die zich in Uganda hebben gehergroepeerd onder leiding van Paul Kagame. Ook dit wordt een vijftal keer herhaald…

Paul Kagame is op dag van vandaag nog steeds president en dictator van Rwanda. Wij trekken de historische correctheid van het museum niet in twijfel maar zijn er zeker van dat er een bijzonder eenzijdig verhaal verteld wordt, met de enorme focus op hoe het Westen Rwanda in de steek gelaten heeft. Ook de haat-liefde verhouding met België en de gevoelige geschiedenis tussen beide landen zorgt voor een enorm schuldgevoel – ook al hebben wij er zelf natuurlijk niets mee te maken.

Aansluitend trekken we verder naar het Kigali Genocide Memorial center, een ander museum dat zich niet alleen focust op de bevrijding maar ook een breder beeld geeft over de geschiedenis en op de gruwelpraktijken die plaatsvonden tijdens deze donkere periode. Er is een herdenkingsmonument op de plaats waar enkele massagraven gevonden zijn. Een bijzonder zwaarmoedige start van de dag dus en we zijn blij als we even kunnen zitten bij een hartige lunch. Na de middag ronden we ons museumdagje af in het ‘museum van de Rwandese geschiedenis’ en laten we Kigali achter ons. We zullen de hele week verblijven in de stad Muhanga, op zo’n anderhalf uur rijden van Kigali, in een guesthouse vlakbij de woonst van Adelphine. ’s Avonds zijn Joyce en ik volledig kapot. Niet alleen door het gebrek aan slaap van de nacht ervoor maar ook door de overload aan impressies die we vandaag ervaren hebben.

Dag 2 – de Rwandese trouw

Na een bijzonder deugddoende nachtrust is onze somberheid van gisteren omgeslagen in enthousiasme : Adelphine heeft ons uitgenodigd om mee te gaan naar een trouw van één van haar neefjes, Robert. De dag bestaat uit twee delen : een ceremonie bij het huis van de bruid die afkomstig is van de andere kant van Kigali, en een avondfeest in Muhanga zelf. We pikken Adelphine en haar echtgenoot bij hun thuis op en ik snor over de Rwandese wegen naar Kigali. We zijn letterlijk de enige op straat. Elke laatste zaterdag van de maand, tussen 8u en 11u ’s morgens is er namelijk ‘community service’ : elke Rwandees moet meehelpen met het opkuisen van de wegen, aanplanten van bloemen, herstellen van gaten in het wegdek en diverse andere klusjes. Er is haast niet van onder te komen en zelfs Adelphine drukt ons op het hart om het smoesje ‘we gaan enkele blanke vrienden oppikken op de luchthaven’ te gebruiken indien we zouden gestopt worden door agenten. Ze legt ons uit dat ze vandaag uitzonderlijk spijbelt omwille van het trouwfeest.

Deze ‘community service’ heeft tot gevolg dat de Rwandese wegen er werkelijk spik en span bijliggen. Ondanks de hoge bevolkingsdichtheid valt het echt op dat er haast nergens een vuiltje te bespeuren valt! Daarnaast is ook de goede kwaliteit van de weg tussen Muhanga en Kigali frappant. Het was ons al ter ore gekomen dat Kagame zijn streng regime ook gebruikt om van Rwanda een modelstaat te maken. In de lijst van ‘veiligste landen ter wereld’ gaat Rwanda Nieuw-Zeeland en Oostenrijk vooraf! Elke vorm van criminaliteit wordt meteen gestraft met heel zware geldboetes of gevangenisstraffen. Hoe hij dit regime in stand houdt kunnen we meteen aan den lijve ondervinden… Na zo’n kwartiertje snorren zien we een agent die ons stopt. Adelphine fluistert nog stiekem ‘remember to tell him the truth… We are going to he airport for your friends’. Na enkele woorden laat de agent ons verder vertrekken. Dit tafereel herhaalt zich gedurende onze rit nog 5 (!!) keer… Het wordt duidelijk dat de lepe vos Adelphine ons gebruikt om ongestraft te spijbelen van de community service en naar het trouwfeest te kunnen. Ze vertelt ons dat als wij niet in de auto gezeten hadden, dat ze zonder enige twijfel hadden moeten uitstappen bij de eerste agent en daar met de anderen hun plicht aan de maatschappij vervullen.

Na deze bewogen rit komen we toe aan de woonst van de bruid. Blijkbaar is ze nog niet klaar om de familie van de bruidegom te ontvangen en we vervoegen de ca 50 à 60 familieleden van de bruidegom die wachten aan een naburig tankstation. We staan er toch wat onwennig bij, zo als enige blanken in het gezelschap. Het ongegeneerd aangestaard worden is toch ook weer wat wennen, maar we worden wel steeds vriendelijk begroet door de familieleden. Een plotse regenbui doet ons schuilen in de auto, maar door het spelen van de radio is de batterij platgelopen en krijg ik de auto niet meer aan de praat. Zorgen voor later, want we krijgen bericht dat de ceremonie gaat beginnen en haasten ons tussen de bescheiden huisjes naar een open ruimte die prachtig gedecoreerd is met twee partytenten, bloemen, kransen en slingers. De heren zijn allen op hun paasbest en de dames dragen felkleurige prachtige jurken. Ook Joyce heeft een aangepaste outfit gekregen van Adelphine en is gekleed als een echte stijlvolle Rwandese diva!

Nadien ontplooit zich één van de meest absurde schouwspelen die ik ooit gezien heb. Er zijn twee ‘kampen’ : één met de familie van de bruidegom, Robert, en ééntje voor de bruid, Marie-Claire. Een soort ceremoniemeester lult de boel wat aan mekaar en Adelphine fluistert ons toe dat de vader van de bruidegom de hand moet vragen aan de vader van de bruid. De eerste wandelt statig op zijn onderhandelpartner af, vergezeld van een ceremoniemeisje met een prachtig versierde mand. Tot onze grote verbazing vist Roberts vader met heel veel geste een 1,5L fles coca-cola uit de mand en overhandigt deze plechtig aan zijn collega van het andere kamp. Deze knikt goedkeurend en neemt de fles in ontvangst. Het gesprek tussen beide heren verloopt helaas in het Rwandees en dus onverstaanbaar voor ons, maar is vooral doorspekt met verschillende ‘mmmm’s’ en ‘eeeeeh’s. Enkele minuten later volgt een gelijkaardig tafereel maar ditmaal vist de man een fles Sprite uit de mand, die even plechtig in ontvangst genomen wordt door Marie-Claires vader. Geloof het of niet, maar bij een derde herhaling wordt een fles Fanta overgemaakt. We staan met verstomming en deze wordt nog groter wanneer plots de spanning te snijden is. Blijkbaar vindt de vader van de bruid de giften niet voldoende om zijn dochter te overhandigen. Dat wordt in Roberts kamp gecounterd met de overhandiging van een fles wijn en uiteindelijk raakt alles in kannen en kruiken. Er gaat een golf van opluchting door beide kampen waarna de bruid tevoorschijn komt en plechtig aan de bruidegom uitgehuwelijkt wordt. We krijgen nog een maaltijd en een colaatje aangeboden en na enkele uren is het tijd om terug naar Kigali te trekken. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de Cola, Sprite en Fanta wel degelijk symbolische betekenissen hebben. Als je deze context niet mee hebt, zoals bij ons het geval was, dan ziet het er allemaal bijzonder vreemd uit!
Enkele gemotiveerde jongens van het tankstation willen een centje bijverdienen en zijn bijzonder gretig om onze batterij met behulp van wat African Magic weer nieuw leven in te blazen en voor we het weten snorren we terug naar Muhanga. Omstreeks 18u sluiten we weer aan bij beide families in een naburige feestzaal voor het vervolg van de ceremonie. Adelphine haar evenementenbureau doet blijkbaar ook trouwfeesten en onze duivel-doet-al vervult zelf de rol van zwierige ceremoniemeesteres. Er volgt een korte plechtigheid, nog wat speeches van de vaders, wat mmmh’s en eeeeh’s en een lekkere maaltijd. Net op het moment dat ik de toepasselijke en obligate Aalsterse trouwhit ‘als Marie-Claire komt’ door de boxen verwacht, begint de zaal leeg te lopen en gaat iedereen huiswaarts. We keuvelen nog wat na met enkele familieleden, maar een dansfeest zit er helaas niet meer in. Het is uiteindelijk 22u wanneer we in ons bed kruipen, na opnieuw een extreem interessante dag vol nieuwe impressies en culturen.


Dag 3 – bezoek aan Lake Kivu

Op Paaszondag 1 april trekken Joyce en ik er alleen op uit. Bestemming is het uiterste westen van Rwanda, meer bepaald een bezoekje aan lake Kivu. Naarmate we verder van Muhanga weg rijden wordt de weg een pak slechter. Rwanda wordt ook het ‘land of a thousand hills’ genoemd en ten gevolge van de vele bochten in de baan heeft Joyce het omgedoopt tot ‘land of Touristils’. De gemiddelde snelheid is 40 km/h waardoor zelfs de tocht van ca 80 km meer dan twee uur in beslag neemt. Deze streek van het land is veel minder dichtbevolkt en de weg slingert zich door prachtige landschappen die veel weghebben van hetgeen we ook zagen in Laos en Cambodja. Door de vele heuvels zijn de mensen verplicht om met terrassen te werken om gewassen te kweken, wat een bijzonder mooi facet geeft aan de vista’s.

Een minder mooi facet van deze rit zijn de jonge kindjes op het platteland. Wanneer we uitstappen voor een kiekje worden we systematisch aangeklampt door kinderen die ons al van ver toeroepen ‘give us money’. Wanneer we wat wegwandelen van de auto gaan ze onbeschaamd aan de ruit staan om te kijken of er geen lekkers/kostbaars in ligt. Een fenomeen dat ik noch in Ghana, noch in Uganda ooit gemerkt heb. Er is er zelfs eentje die kwaad wordt omdat we niets geven en bij het wegrijden een deur van de auto probeert open te trekken. Wanneer we na een korte wandeling terug bij de auto komen zitten er twee tieners op ons te wachten. Ze vragen ongegeneerd of ze de bal krijgen die in de koffer ligt (nochtans grotendeels onzichtbaar – ze moeten dus al heel grondig gekeken hebben). We nemen ons voor om zeker geen kostbare zaken in de auto te leggen, noch koekjes of andere etenswaren.

Het moet gezegd dat deze incidentjes enkel voorkomen in de rurale gebieden. Je kan ze ook oplossen door de kinderen wat kleingeld te geven maar dit lijkt ons geen correcte gewoonte omdat je zo de kinderen beloont om te bedelen en je ze in de plaats moet stimuleren om naar school te gaan. We krijgen het goede voorbeeld van een Duitser die zakken vol balpennen in zijn auto liggen heeft en de kindjes systematisch eentje geeft wanneer ze hem aanklampen. Als je bovendien elk kind dat je geld vraagt iets moet geven dan kom je volledig bankroet thuis! Wanneer we het prachtige meer bereiken worden we alweer met rust gelaten en kunnen we met volle teugen genieten. Op één of andere manier doet het meer wat denken aan Ha Long Bay in Vietnam. Het is bezaaid met diverse prachtige eilanden en een eenzaam vissersbootje maakt het pittoreske plaatje compleet. We lunchen in een hotel met prachtig zicht op het meer en na de middag bezoeken we nog wat viewpoints, waarna we onze weg terug naar Muhanga inzetten.

Het is opvallend dat de wegen in de nabijheid van het meer weer in opperbeste staat zijn. Het moet ook gezegd dat in de zones waar de baan wat slechter ligt er volop aan gewerkt wordt. Op veel plaatsen is er straatverlichting, een absoluut unicum in Afrika! In tegenstelling tot Cambodja, waar de wegen naar Angkor Wat erbarmelijk zijn, heb je het gevoel dat in Rwanda volop geïnvesteerd wordt in de infrastructuur. Er wordt overal gebouwd, zowel mooie huizen als knappe kantoorgebouwen. Zoals mijn idool Willy Naessens altijd zegt is de bouwsector de barometer van de economie, dus de toekomst voor Rwanda ziet er best rooskleurig uit.


Dag 4 – de shortcut

Eén van de hoofdattracties van Rwanda is het Nyungwe National Forest in het zuidwesten van het land. Het gigantisch natuurgebied bestaat voornamelijk uit dichtbeboste heuvels en er is een grote hangbrug gespannen tussen de toppen van de bomen, te bereiken via een hike van een luttele 2 km. Het is echter verboden om alleen te hiken in het park, er moet steeds een gids mee, wat de Rwandese overheid de gelegenheid biedt om de toeristen te laten betalen om de hangbrug te bezoeken. De prijs is ronduit buitensporig : we betalen 60$/pp voor een wandelingetje van 4 km. Uiteraard worden blanken hier aanzien als wandelende portefeuilles maar de Rwandezen hebben echt elke voeling met de realiteit verloren en vragen de meest absurde prijzen voor verschillende attracties. Om u een beeld te geven : een Rwandees betaalt voor dezelfde hike 6$.

Het is echter de enige manier om een glimp op te vangen van het mooie natuurgebied dus we besluiten om onze krenterigheid opzij te schuiven en ons aan de 3,5u durende rit te wagen naar het hoofdkwartier van het park, van waaruit de wandeling vertrekt. Na een half uurtje worden we alweer tegengehouden door de politie. Een norse agent toont me een speed gun waarop 71 te lezen staat. Hij is om het zacht uit te drukken ‘not amused’ waaruit ik afleid dat dat waarschijnlijk een tikje hoger ligt dan de toegelaten snelheid. Een verdienstelijk charmeoffensief waarbij ik de vermoorde onschuld speel werkt niet en de enige woorden die ik terugkrijg zijn ‘I am going to punish you!’. Tot mijn verbazing print de agent netjes een boete uit en duwt ze in mijn handen. We moeten deze binnen de drie dagen in een bank gaan betalen. Dit is toch een groot contrast met de boete die we kregen in Botswana, waarbij we een groezelig, handgeschreven kattenbelletje toegeschoven kregen en we de agenten zelf cash moesten betalen. Geen corrupte agenten in Rwanda dus! De rest van de rit verloopt vlekkeloos en omstreeks 11u komen we aan in het park.

Een vriendelijke gids neemt ons op sleeptouw en vertelt ons honderduit over het park en de andere parken in Rwanda. Zo’n anderhalf uur later zijn we terug aan het hoofdkwartier en 120$ lichter. We kunnen er ook iets eten en voor slechts 8$ hebben we beiden een lekkere warme maaltijd verorberd. Je voelt dus aan dat de prijzen die de overheid aanrekent aan toeristen volledig buiten proportie zijn met de gangbare prijzen.

Gezien we op de heenrit op wegwerkzaamheden gestuit zijn die ons wat vertraging bezorgd hebben besluiten we tijdens de terugrit Google maps te volgen en een shortcut te nemen. We vragen advies bij enkele mannen in het hoofdkwartier die ons verzekeren dat de voorgestelde route zeker goed te doen is. Wat volgt is misschien wel de meest helse namiddag van onze reis. De ‘shortcut’ begint als kasseiweg die geleidelijk aan smaller en smaller, alsook slechter en slechter wordt. Onze Rav4 kreunt en steunt onder de putten, bulten en stenen op de weg en we sukkelen verder aan een snelheid van 10 km/u. We zijn op dat moment al ongeveer halverwege de shortcut dus terugkeren en omrijden zou ons te veel tijd kosten en we besluiten om door te bijten.

Uiteraard leidt deze weg ons langs de meest rurale Rwandese gebieden waar een voorbij dutsende ‘Muzungu’ (=blanke) wereldnieuws is. Telkens we even stoppen om de route te bestuderen wordt onze bolide omsingeld door nieuwsgierige kinderen én volwassenen. Zodra bekomen van hun eerste verrassing beginnen ze luidruchtig om geld smeken. Het allerlaatste wat je nodig hebt dus als je verdwaald bent op een haast onberijdbare weg in het midden van Afrika… Wanneer we de weg proberen vragen naar Nyanza, de stad die we proberen te bereiken, worden we in een Rwandees dieventaaltje alle mogelijke richtingen uitgestuurd, waarna onze gesprekspartner vervolgens opnieuw ostentatief om geld begint te vragen.

Na zo’n drie uur sukkelen bereiken we een iet of wat berijdbare weg en we kunnen eindelijk opgelucht ademhalen. Althans toch voor even… De weg wordt blijkbaar veel gebruikt door vrachtwagens die bijzonder diepe, modderige sporen hebben achtergelaten door de vele regenval van de laatste dagen. Bij één van de laatste passages door de modder loopt het mis. Ik rijd de Toyota onverbiddelijk vast in één van de sporen en we worden meteen omringd door joelende kinderen en dorpelingen. Ik vraag of ze ons een duwtje willen geven, maar één jonge knaap die een mondje Engels praat antwoordt ‘yes if you pay us’. We gaan akkoord dat we hen wat zullen betalen en een man of tien begint aan de auto te duwen terwijl mijn gierende banden ze vrolijk volspetteren met modder. Zo’n 5 minuten later staan we voorbij de hindernis en kunnen we verder. We geven de mannen een briefje van 5000 Rwandan Francs (zo’n 5€) maar ze vragen meer. Met tegenzin leggen we er nog een briefje van 1000 RWF bij en vervolgen we onze route. Uiteindelijk doen we er meer dan 5 uur over alvorens we opnieuw ons huisje in Muhanga bereiken en we zijn beiden zowel fysisch als mentaal volledig kapot. Dit nooit meer! We kunnen u – als avontuurlijke aspirant Rwanda-tripper – dus op het hart drukken om de fijne, witte lijntjes van Google maps NIET te volgen!




Dag 5 - de trip naar Musanze

Op dag 5 rijden we van Muhanga naar Musanze, een stad in het noorden van Rwanda vlakbij het drielandenpunt Congo – Rwanda – Uganda dat tevens gekend is voor het grensoverschrijdend Volcanoes National Park. We willen er de Mount Bisoke beklimmen , een uitgedoofde vulkaan met naar verluidt een prachtig kratermeer. Door de calvarietocht van gisteren heeft onze RAV4 toch wat averij opgelopen. De wielassen hangen volledig onder de modder en bij elke bocht maakt de auto vervaarlijke geluiden. De eigenaar van de wagen staat om 6u ‘s morgens aan de deur om het euvel te verhelpen. Zo’n 2 uur later kunnen we beginnen aan de 3 uur durende trip naar het noorden. Na een kwartiertje echter wordt de weg (ditmaal in uitstekende staat) onderbroken door een hoop modder van zo’n 50 cm hoog, die rustig weggeschept wordt door enkele gemotiveerde Rwandezen. Ons akkefietje van gisteren indachtig besluiten we niet door de modder te rijden, maar stap ik uit om de jongens wat te helpen wegscheppen. Na 10 minuten is de klus geklaard en net als ik me klaarmaak om in te stappen komt er toch één schobbejak om geld vragen – terwijl ik nota bene zelf geholpen heb! Ik kan me niet meer bedwingen en roep dat hij mij geld moet geven. De anderen moeten er hartelijk om lachen en de bedelaar druipt snel af.

Verder verloopt de rit vlekkeloos en eens aangekomen in Musanze blijkt dat we veel te laat zijn om die dag Mount Bisoke nog te beklimmen. Bovendien regent het pijpenstelen waardoor de top van de berg (zo’n 3700m hoog) omhuld is met een dik wolkendek. We veranderen het geweer van schouder en leggen de focus op één van de belevenissen die Joyce absoluut wil meemaken : gorilla’s in het wild spotten. In het Volcanoes National Park worden zowel in Congo, Rwanda als Uganda gegidste boswandelingen georganiseerd. De permits zijn heel exclusief en bijzonder duur. Onder het motto : ‘we melken die blanke koeien nog wat meer uit’ heeft Rwanda zijn prijzen recentelijk verdubbeld (remember het verlies van feeling met de gangbare prijzen) en betaal je momenteel 1500$/pp (dit is geen typfout) om de gorillas in het wild te spotten. We zijn echter te weten gekomen dat de prijzen in Uganda ‘slechts’ 600 $/pp zijn dus besteden we de middag met het beramen van een snood plan om de grens over te steken, gorilla’s te spotten en dezelfde dag Rwanda terug binnen te trekken.

Tussendoor krijgen we het gezelschap van Silas, de broer van mijn vriend Elie, die in Musanze woont. De ontmoeting is bijzonder hartelijk en Silas doet zijn best om ons te begeleiden. We trekken samen naar een reisorganisatie en fiksen een permit + wagen + driver voor de astronomische prijs van $1400 voor ons twee. Aansluitend raadt Silas ons aan om een traditioneel Rwandees dorp te bezoeken aan de rand van het Volcanoes National Park. We nemen afscheid en trekken omstreeks 16u30 naar ‘The traditional village’. Het concept is heel eenvoudig : het dorp bestond tot enkele decennia geleden voornamelijk uit stropers die onder andere de bedreigde gorilla’s doden voor voedsel. Gelukkig heeft men de controle op stropen streng versterkt en om de dorpelingen een alternatieve bron van inkomsten te geven hebben ze een soort Bokrijk opgericht waar men aan toeristen toont hoe Rwandezen vroeger leefden.

We zijn blijkbaar de enige gasten van de dag. Het is een toffe ervaring om het traditional village te zien, maar het contrast met de goed opgeleide en eloquente Silas is schrijnend. De mensen zitten er al van 8u ’s morgens te wachten om ons een uurtje te tonen hoe ze medicijnen gebruiken, flessen maken, bananenbier brouwen, etc… Zonder respectloos te willen zijn moet ik zeggen dat het aanvoelt alsof we naar een optreden van een groepje kinderen met een beperking aan het kijken zijn. Anderzijds kunnen we alleen maar blij zijn dat mede door ons bezoek deze mensen een eerlijk inkomen krijgen en daardoor niet de bossen moeten intrekken om te stropen. Hoogtepunt van het bezoek is wanneer de dorpelingen bij het afscheid een traditionele Rwandese dans doen. Je ziet de mensen allemaal oprecht opleven en genieten van het zingen en dansen. Uiteraard doen Joyce en ik vrolijk mee, mét gevoel voor ritme en sensuele heupbewegingen! We brengen de nacht door in een hotelletje in Musenze, waar we morgenvroeg om 5u zullen opgepikt worden voor het bezoek aan de gorilla’s!



Dag 6 - gorilla tracking

Om klokslag 5u rijdt een aftands minibusje de parking van het hotel op. Na een half uurtje snorren bereiken we de grens tussen Rwanda en Uganda, die we verrassend vlot oversteken. Bij het binnenrijden in Uganda valt toch het verschil in properheid ten opzichte van Rwanda op. Waar de straten in Rwanda er onberispelijk bijliggen is het hier veel vuiler. Na een half uurtje verlaten we de asfaltweg en nemen we een modderstrook richting het toegangspunt van het Mgahinga National Park, wat eigenlijk een verlengstuk vormt van het Volcanoes National Park. Het zou een kaakslag voor elke zichzelf respecterende weg zijn moest ik dit laatste stuk van onze route ook 'weg' noemen. We rijden aan een gemiddelde snelheid van 10 km/u door de modder, stenen en plassen. Grote delen van de ‘weg’ zijn volledig weggespoeld door de aanhoudende regen.

Na een half uur volledig door mekaar geschud te worden komen we eindelijk aan de toegang van het park. Na een korte briefing trekken we onder begeleiding van 2 gidsen, waarvan 1 gewapend met een AK47, het regenwoud in. Er leven verschillende gorillafamilies in het gebied, maar er js slechts één familie van 9 exemplaren die je kan bezoeken. Zij zijn gewend aan de aanwezigheid van mensen en elke dag mag 1 groep van 8 toeristen een uur doorbrengen bij onze imposante broeders. Elke ochtend zoekt een groep van zo'n 7 'trackers' de gorilla’s op in de bossen. Zij blijven er de hele dag bij tot de gorilla's zich klaarmaken om te gaan slapen. De volgende ochtend beginnen de trackers hun zoektocht op de plaats waar ze de familie de avond ervoor hebben achtergelaten.

Onze gidsen staan in contact met de trackers waardoor wij na zo'n anderhalf uur klauteren door het bos de exacte locatie bereiken. Joyce en ik begrijpen eerst niet goed wat er gebeurt. De trackers zitten rustig in het gras te keuvelen, maar plots staat een machtig gorillamannetje doodleuk tussen hen. Wat een beest! Absoluut een van de meest indrukwekkende ontmoetingen met dieren tijdens onze reis! Het beest zelf is niet verstoord door onze aanwezigheid en we kunnen enkele mooie kiekjes nemen. Wat volgt is misschien wel het snelste uur van ons leven. We mengen ons onder de rest van de familie en genieten van de ravottende kleintjes.

Na afloop klauteren we terug naar het startpunt van de hike, hobbelen we terug de verschrikkelijke weg af en omstreeks 13u zijn we al terug aan de grens met Rwanda. Een overijverige douanebeambte maakt onze grensovertocht ditmaal een pak moeilijker, maar een uurtje later staan we terug aan het hotel in Musanze. Na een hartige lunch kruipen we weer zelf achter het stuur en snorren naar ons hoofdkwartier in Muhanga, waar we moe maar voldaan vroeg in bed kruipen.

Het gorilla tracking was werkelijk een once in a lifetime experience. Door de astronomisch hoge prijs mag je dat zeker letterlijk nemen. Door in Uganda te gaan hebben we exact de helft betaald dan in Rwanda, zelfs met transport en visakosten meegerekend. Is het een absolute must wanneer je Rwanda bezoekt? Volgens ons niet... Hoeveel keer je in je leven nog de kans zal krijgen om zoiets mee te maken is een andere vraag natuurlijk...


Dag 7 - Elie's Mum

Zoals je hebt kunnen lezen hebben we de eerste 6 dagen al heel wat rondgesnord doorheen Rwanda. De zevende dag houden we het rustig en blijven we in de buurt van Muhanga. Samen met Delphine kopen we wat souvenirs en bezoeken we de moeder van Elie, die vlakbij woont. Na de middag rijden we richting Kigali waar we twee nachten op hotel zullen verblijven. Op zo'n 20 km van onze bestemming begint onze wagen echter een vervaarlijk geluid te maken en stoppen we aan een tankstation. Blijkbaar heeft één van de banden twee bouten verloren waardoor de volledige band los hing en aan het klapperen was. Levensgevaarlijk dus en we hebben veel geluk dat er een tankstation met bandencentrale vlakbij is. Enkele gemotiveerde jongens voorzien ons van twee boutjes en spannen alles nog eens netjes aan.

Tien minuutjes later kunnen we weer voort maar er ontstaat wat geharrewar over de betaling. De monteurs rekenen me 10.000 rwf aan, wat overeen komt met €10. Op zich geen drama, maar naar Rwandese normen is dit absurd veel voor twee boutjes. Bovendien willen we deze kost terugbetaald krijgen van de (Rwandese) eigenaar van de wagen, dus hebben we er baat bij dat de kost niet te hoog is. Daarnaast ben ik het ook echt strontbeu om overal aanzien te worden als blanke melkkoe. Ik ga dus vol in discussie met drie monteurs en na een half uur discussiëren betaal ik uiteindelijk 5000 rwf. Velen willen/kunnen niet inzien dat ook blanken hard moeten werken voor hun geld. Ze gaan ervan uit dat blanken rijk geboren zijn en vinden het de normaalste zaak van de wereld dat een blanke hen geld geeft, gewoon zomaar. Na het oponthoud bereiken we vlotjes Kigali en brengen een rustige avond door aan het hotel.


Dag 8 - Akagera National Park

Op vrijdag 6 april is de stemming in mineur. Na 8 maand lief en leed gedeeld te hebben moeten Joyce en ik vanavond afscheid nemen. Joyce reist van Kigali naar Peru (zotte verbinding) en ik trek terug naar België. We brengen de dag door in Akagera National Park in het uiterste Oosten van Rwanda. Het park is prachtig maar door het regenseizoen staat het gras heel hoog en is dieren spotten wat moeilijk. De weg wordt op bepaald moment zo moeilijk berijdbaar dat we rechtsomkeer maken naar Kigali. Een beetje zonde wel want de toegangsprijs van 45$/pp is vrij exuberant, hoger zelfs dan Kruger, Etosha, Chobe en Kgalagadi!

's Avonds nemen we afscheid van Adelphine die voor ons gezorgd heeft als een moeder voor haar kroost. De stemming wordt echter nog neerslachtiger wanneer het 23u nadert en Joyce in de taxi naar de luchthaven moet stappen. We hebben de afgelopen maanden zo een hechte band gesmeed dat het afscheid voor ons beiden bijzonder zwaar valt. Maar goed, de plicht roept en Joyce maakt de wereldreis écht af door het ontbrekende continent Zuid-Amerika te bezoeken.

Hiermee sluiten we onze 8 dagen in Rwanda af. Het is een fascinerend land in volle opbouw en ontwikkeling. Het is bijzonder veilig en schoon, waardoor het de ideale bestemming is voor een eerste kennismaking met zwart Afrika. Daarnaast is het heuvelachtige landschap absoluut prachtig en heeft het een hoog Toscane gehalte. Reken echter niet op een budgetvriendelijke vakantie, de gorilla tracking niet meegerekend hebben we in Rwanda evenveel opgedaan als in Australië en Nieuw-Zeeland (in €/pp/dag). Maar laat u alstublieft niet afschrikken want we zijn ervan overtuigd dat, als je geen schrik hebt om even uit je comfort zone te komen, het een reis is die je je de rest van je leven zult herinneren.




Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 1156
Totaal aantal bezoekers 32481

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: