Australië : riffen, rugby en regen - Reisverslag uit Brisbane, Australië van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Australië : riffen, rugby en regen - Reisverslag uit Brisbane, Australië van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Australië : riffen, rugby en regen

Door: Steven

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

21 Oktober 2017 | Australië, Brisbane

Vol goede moed en enthousiasme stappen we dinsdag 17 oktober het vliegtuig op in Nadi, Fiji, met bestemming Brisbane, Australië. We hebben het gevoel dat we in onze 9 dagen een vrij duidelijk beeld gekregen hebben van Fiji en kijken er naar uit om nieuwe horizonten te verkennen. We blijven 24 dagen in Australië en hebben er opnieuw een campervan geboekt om rond te trekken. Vanuit Brisbane zullen we zo’n 1000km noordwaarts trekken naar Airlie Beach, een stadje van waar je mooie meerdaagse bootexcursies kunt doen naar het Great Barrier Reef. Vanuit Airlie Beach zullen we dan opnieuw zuidwaarts trekken tot in Melbourne, waar we op 10 november Australië verlaten om naar Nieuw-Zeeland te vliegen. Bedoeling is dus om een groot deel van de oostkust te verkennen, doorheen de provincies Queensland, New South Wales en Victoria. Op onze route liggen tevens de grootsteden Brisbane, Sydney en Melbourne.

De vlucht naar Brisbane duurt slechts 3,5 uur , dus kort na de middag zuigen we de eerste Australische lucht in onze longen. Na het oppikken van de campervan en het obligaat plunderen van de lokale supermarkt, de Woolworths genaamd, snorren we feestelijk noordwaarts. Het links rijden en schakelen brengt wat ongemakkelijke momentjes met zich mee, maar na een tijdje hebben we het wel onder de knie. Zo’n 250 km boven Brisbane besluiten we een slaapplekje te zoeken. Onze Tsjechische vrienden vanuit Fiji hebben ons een praktische app aangeraden mbt campeerplekjes in Australië en Nieuw-Zeeland : campermate. Deze duidt onder andere aan waar je gratis kan overnachten met een campervan, alsook openbare toiletten, douches, tankstations, etc... We vinden een terreintje achter een tankstation en kruipen vermoeid onder de wol.

De weersvoorspellingen voor Queensland zijn verre van schitterend en op woensdagmorgen regent het pijpenstelen. Op zich niet zo een drama gezien we toch de 750 km naar Airlie Beach willen overbruggen en bijgevolg het leeuwendeel van de dag in de campervan zullen doorbrengen. Na zo’n anderhalf uur rijden komt het verkeer echter vrij abrupt tot stilstand. Het lijkt erop dat er een ongeval gebeurd is, dus ga ik als gediplomeerd hulpverlener een kijkje nemen of er geen knappe blondine moet gereanimeerd worden. Helaas, enkele norse Australische truckers melden me dat de weg afgesloten is omwille van overstromingen en de eerste uren, misschien zelfs dagen, niet zal opengaan. Bovendien zijn er verder op de weg nog verschillende andere en zwaardere overstromingen. Na een momentje van overleg met mijn wederhelft beslissen we om rechtsomkeer te maken en de stad Hervey bay, zo’n 300 km boven Brisbane, als uitvalsbasis te gebruiken voor de komende dagen. Aan het infocentrum aldaar boeken we twee uitstappen : een daguitstap per vliegtuig naar Lady Elliott Island, het meest zuidelijke punt van het Great Barrier Reef, en een daguitstap per 4x4 naar Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Dure uitstappen dus, maar we willen zeker een glimp opvangen van het Great Barrier Reef alvorens het volledig zal verdwijnen. Airlie Beach wordt dus geschrapt van het parcours omdat de calvarietocht naar het noorden ons te veel vertraging, alsook natte voeten zou opleveren.

Campermate leert ons dat we gratis kunnen overnachten op de parking van het infocentrum en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van. Op donderdagmorgen nemen we de ferry naar Fraser Island om daar de 4x4 op te pikken en zelf het eiland te verkennen. De 4x4 is absoluut noodzakelijk omdat er geen asfalt wegen zijn en het grootste stuk van de route over een breed strand aan de Oostzijde van het eiland zal lopen. Na een veiligheidsfilmpje van 45 minuten (!) krijgen we dan toch een jeep, een Suzuki Jimmy, onder onze krent geschoven. Een optimistische eufemist zou de jeep als ‘compact’ beschrijven, maar wij merken al snel dat we onze benen in onze nek moeten leggen om erin te geraken, waarbij er dan nog net plaats is voor 2 tengere rozijnen als lunchpakket. Na een uur paljassen bij de verhuurfirma kunnen we uiteindelijk toch op expeditie vertrekken.

Fraser Island is verrassend groot en ondanks de zanderige bodem is het voor het grootste stuk bedekt met regenwoud. We vertrekken aan de Westzijde en kronkelen over een ruwe smalle zandweg naar Lake Mckenzie, centraal gelegen op het eiland. De regenbuien van gisteren zijn stilletjesaan weggetrokken en we worden aarzelend begroet door een schuchter zonnetje. Na zo’n anderhalf uur kronkelen komen we aan de pacifische oceaan. Je kan met de jeep vrolijk het strand oprijden en dat over een totale lengte van 100 km. De snelheidslimiet is er 80 km/h en er wordt aangeraden om zoveel mogelijk met eb te rijden zodat je kan gebruik maken van de iets comfortabelere harde zandstrook aan de oceaanzijde.

Het rijden op het strand is een bijzondere ervaring. Gezien het een doordeweekse dag in oktober is zijn we nagenoeg alleen, met uitzondering van een gemotiveerde visser en af en toe een vliegtuigje dat landt op het strand met wat toeristen. De zon begint breder en breder te stralen en het zonovergoten beeld van de ruwe, witschuimende golven in de branding die zich te pletter storten op het goudgele zand is echt machtig. Hier kunnen langs cruisen met een gepimpte aixam maakt de ervaring compleet.

Op het einde van het strandtraject parkeren we onderaan een klif, Indian head genaamd, die we te voet beklimmen. Bovenaan worden we beloond met een prachtig uitzicht over de gold coast, zoals de oostkust van Australië ook wel genoemd wordt. We zijn nagenoeg alleen, wat toch wel een contrast is met veel uitkijkpunten in de Amerikaanse nationale parken waar het krioelde van corpulente aziaten (lees : dikke jappen). We besluiten stilaan op onze passen terug te keren gezien den Jimmy uiterlijk om 6 uur terug gebracht moet worden. Misschien is het de strakke planning, misschien een momentje concentratieverlies. In elk geval geef ik wat gas bij aan een klein duintje met los zand, zonder te zien dat er meteen achter een tweede heuveltje ligt. Het resultaat is een enorme klap waarbij Jimmy verder over het tweede duintje gekatapulteerd wordt. We komen enkele meters verder tot stilstand, enorm geschrokken maar gelukkig beide ongedeerd. Als bij wonder blijkt de jeep nog te rijden en we hobbelen voorzichtig verder, in de hoop de wagen nog op tijd te kunnen inleveren. We horen een aantal rammelende geluiden die we in het begin niet hoorden en vrezen het ergste, maar onze koekendoos brengt ons alsnog heelhuids én net op tijd terug naar de parking van de verhuurfirma.

Daar aangekomen merkt de jongeman achter de receptie meteen dat er iets scheelt met de auto. Het wordt snel duidelijk dat er een deuk is in de vooras van de wagen, waardoor de voorwielen niet meer verticaal staan maar aan de bovenzijde naar binnen buigen. Slechter nieuws is dat dit soort schade niet gedekt wordt door de verzekering van de verhuurfirma. Hij belt zijn baas die me weet te melden dat de kost 1500 AUD bedraagt, zo’n 1000€ dus. Na een half uur gediscussiëer en gepleit over de telefoon komen we tot een schikking waarbij we 800 AUD betalen, zo’n 525€. Een verschrikkelijk zuur einde van een voorts prachtige dag dus. Een bijzonder jammerlijk voorval dat natuurlijk niet goed te praten valt, maar we proberen toch de knop om te draaien. We eten samen nog een pizzaatje op Fraser Island alvorens de ferry terug te nemen naar het vasteland. Na de bewogen dag heeft geen van ons twee nog zin om te rijden en we besluiten meteen in bed te kruipen op de parking van de ferry’s, met zicht op enkele pelikanen in het water die rustig een late night snack nuttigen.

Op vrijdag 20 oktober staan we om 7h30 paraat aan de luchthaven van Hervey Bay om in te checken voor onze vlucht naar Lady Elliott Island. Een klein vliegtuigje met een capaciteit van 10 passagiers brengt ons op 40 minuutjes naar een eiland zó klein dat de landingsbaan van de ene kant naar de andere loopt. Bij het naderen zien we vanuit de lucht al duidelijk de contouren van de koraalriffen rondom. Bij het landen vliegen honderden vogels verontwaardigd kwetterend op, duidelijk misnoegd en verstoord door de vliegtuigmotoren.

We worden opgevangen door de mensen van het Lady Elliott Island resort, de enige infrastructuur op het eiland. We pikken ons snorkelgerief op en na een uurtje bubbelen we al vrolijk tussen de koralen van het Great Barrier Reef. Naast de felkleurige koraalvisjes die we ook in Fiji regelmatig zagen, zien we nu ook grote zeeschildpadden , enkel zwartpuntrifhaaien en een knalrode inktvis. Vooral de schildpadden zijn prachtig om te zien en ondanks hun logge voorkomen bewegen ze verrassend elegant door het water. Na een uurtje staat er een toertje met een glasboot op het programma aan de andere kant van het eiland, waar regelmatig ook manta’s gespot worden. Ik moet je niet vertellen dat er eentje stond te popelen om in de glasboot te springen, maar buiten wat schildpadden en opnieuw enkele haaien spotten we helaas geen manta.

Na de middag nemen we deel aan een korte wandeling door het rif. Het is ondertussen laagtij geworden en op de plaats waar we die ochtend nog stoeiden met schildpadden kunnen we nu rustig door het rif waden en geboeid luisteren naar de uitleg over minder druk besproken zeecreaturen. Zo leren we dat de zeekomkommer de stofzuiger van de zee is, dat een zeester een afgerukte arm kan laten teruggroeien en dat het vrouwtje octopus na de daad een hongertje krijgt en het arme mannetje, dat net alles op alles gezet heeft om een correcte bestuiving te bewerkstelligen, met smaak verorbert. De enthousiaste blik in Joyces ogen staat me helemaal niet aan!

Aan de kleuren van de koralen kun je zien of ze floreren, op sterve na dood zijn of volledig dood. Een wit koraal wijst erop dat het creatuur niet lang meer te leven heeft. Bovendien zijn deze levensvormen zeer gevoelig en floreren ze enkel bij bepaalde watertemperaturen. Ten gevolge van global warming stijgt de temperatuur van de zee gestaag, waardoor men vreest dat binnen een twintigtal jaar het rif volledig dood zal zijn. We merken dat de global warming een rode draad begint te vormen door onze trip. Dit was op voorhand zeker geen specifiek aandachtspunt, maar we kunnen enkel vaststellen dat op verschillende plaatsen ter wereld, op verschillende manieren de impact duidelijk wordt.

Na deze wandeling besluiten Joyce en ik nog even te gaan snorkelen aan de andere zijde van het eiland, waar we eerder op de dag ook de glasboot namen. Bij het te water gaan roept de kapitein van de glasboot ons toe dat hij aan de derde boei (zo’n 300m in het water) enkele manta’s gezien heeft. We springen in onze zwemvliezen, en peddelen er naar toe. We komen verrassend snel aan de boei maar helaas, geen manta te bespeuren. Bij het rondspeuren merk ik plots dat het zwemmen richting de kust bemoeilijkt wordt door een sterke stroming en ik roep Joyce dat we best terugkeren. Voor één keer gehoorzaamt ze direct, omdat zij de stroming ook al ervaren heeft. We beginnen dapper terug te zwemmen maar geraken nauwelijks vooruit. Een lichte paniek maakt zich over mij meester : we zitten helemaal alleen op 300m van de kust en worden weggezogen. Ik twijfel even om te roepen naar iemand die op het strand ligt, maar besluit mijn energie toch in het zwemmen te steken. Joyce doet hetzelfde en we zwemmen letterlijk voor ons leven terug richting kust. Ik merk dat we meter per meter dichter komen en na een twintigtal minuten liggen we hijgend terug veilig op het strand. Een bijzonder angstaanjagende ervaring! We hebben nog net tijd voor een doucheke en omstreeks 16h vliegen we terug naar Hervey Bay, na opnieuw een bewogen dag!

We hebben het een beetje gehad met de fratsen van Hervey Bay en omstreken en op zaterdag rijden we rustig zuidwaarts richting Brisbane. Het weer slaat om en tijdens onze rit langs ‘Sunshine beach’ worden we vergast op een kletterende plensbui… We vervloeken de Australische ironie. Maar goed, geen tijd om daar lang over te neuten want op zaterdagavond staat er immers een folieke van mij op het programma : de rugbymatch Australië – Nieuw-Zeeland in het Suncorps stadium te Brisbane. Ik wou altijd al eens een haka in levende lijve zien en die wens zal vanavond dus in vervulling gaan! De sfeer is geladen, de haka imposant en de wedstrijd intens. Australië wint uiteindelijk nipt en dat was blijkbaar al enkele jaren geleden. Een mooie avond dus om wat op adem te komen na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen.
We kunnen gerust stellen dat onze trip de afgelopen twee maanden, op enkele minuscule akkefietjes na, vlekkeloos verlopen is. De eerste dagen in Australië brengen daar meteen verandering in met overstromingen, autoschade, een verdrinkingspoging en strontweer. We zijn benieuwd wat ‘downunder’ nog meer voor ons in petto heeft!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 711
Totaal aantal bezoekers 32484

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: