Australië : babykoala's en bloedzuigers - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Australië : babykoala's en bloedzuigers - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Australië : babykoala's en bloedzuigers

Door: Joyce & Steven

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

10 November 2017 | Australië, Melbourne

Door de aaneenrijging van aangename verrassingen in Jervis Bay zijn we wat achter geraakt op schema dus op dinsdag 31 oktober haasten we ons zuidwaarts richting Mallacoota, een gezellig dorpje aan de rand van het Crajingalong National Park. In het gehucht Gipsy Point vertrekken we op bootexcursie over de rivier die door het park loopt. Een Piet Pienter leert ons wat meer over de lokale fauna en flora, maar ook over de geschiedenis van de streek en de interactie tussen Aboriginals en kolonisten. Het grote verschil tussen de nationale parken in de VS en Australië bestaat erin dat men in de VS veel strenger is op ‘menselijke invloeden’ in het park. Daardoor voel je je echt midden in de natuur. In Australië is dat veel minder het geval : zelfs in nationale parken zie je regelmatig huizen of weiden waarin koeien grazen. Door deze menselijke invloeden blijven we systematisch een beetje op onze honger zitten : ‘mooi uitzicht maar jammer van dat huis/GSM-mast/prikkeldraad/…’. Laat ons duidelijk zijn, we spreken louter over de plaatsen die wij hebben bezocht langs de kustlijn tussen Brisbane en Melbourne, een minuscuul stuk dus van wat Australië te bieden heeft. We nemen ons voor om bij een volgende lange reis eens door de Outback te trekken, namelijk de zone in centraal Australië die nagenoeg niet bevolkt is.

Daarvoor hebben we op deze trip helaas geen tijd dus we rijden verder richting Melbourne. Gezien de vertraging in Kangaroo Valley en Jervis Bay hebben we intussen de knoop doorgehakt : we laten Tasmanië voor wat het is en zullen de laatste 9 dagen op de Great Ocean Road en in Melbourne doorbrengen. Voor we aan de eerste beginnen is er nog een laatste halte : Phillip Island, een eiland op zo’n 100km van Melbourne. De vriendelijke dorpelingen van Callala Beach hebben ons toevertrouwd dat we daar gegarandeerd koala’s kunnen spotten en bovendien zit er een kolonie pinguïns die elke avond in het gelid uit de oceaan gewaggeld komt en het strand oversteekt naar de nesten. Klinkt boeiend dus maar een bezoekje aan het visitor center van Phillip Island doet onze wenkbrauwen fronsen. De ‘penguin parade’ kost 26 AUD per persoon en ook voor het ‘koala heritage center’ moeten we elk 12 Australische flappies neertellen. We maken de dame aan de receptie duidelijk dat we de dieren enkel in het wild (lees : gratis) willen zien maar de norse corpulente ka snauwt ons toe dat beide activiteiten ‘pure nature’ zijn. Ik heb er geen probleem mee dat mensen leven van toerisme en zelfs af en toe gebruik maken van de lichte naïviteit van reizigers, maar in dit geval voel ik me een vette melkkoe waarbij de gretige, schrokkerige handjes van de Australiërs al aan mijn gevoelige uier aan het frunniken zijn. Anderzijds voel ik Joyces puppyoogjes, die wil uiteraard de schattige koalabeertjes zien… Stel je maar eens voor dat ik het been stijf houd, niets betaal en we de rest van de reis geen koala meer spotten… Er zijn al voor minder huwelijken op de klippen gelopen! We kiezen dus de gulden middenweg en besluiten de ‘penguin parade’ over te laten aan domme jappen en zelf naar het koala heritage center te gaan. Het is een mooi klein reservaat waar zo’n tien koala’s samen zitten en je kan ze van dichtbij spotten. Ik moet toegeven, ze zijn werkelijk adorabel : het lijkt een grote pluche knuffelbeer in een boom!

Na een uurtje koala’s spotten rijden we naar ‘Nobbies point’, het uiteinde van Phillip Island. De kustlijn heeft veel weg van die van Ierland met groene grasvlaktes die overgaan in steile kliffen. Het wordt al avond en we besluiten om verder te rijden. Doel is om ’s avonds door Melbourne te rijden, zo het verkeer te ontwijken, en een slaapplekje te zoeken in de buurt van Geelong waar de Great Ocean Road begint. We zullen dus ten westen van Melbourne een grote lus maken alvorens onze laatste dagen in de grootstad door te brengen. We hebben Nobbies point nog maar enkele kilometers achter ons gelaten wanneer we langs een alternatieve route bovenaan een klif komen met uitzicht op het strand waar de pinguïns omstreeks 20h normaal gezien komen ‘paraderen’. De opportunist in ons wordt wakker, we zetten onze campervan langs de kant en beginnen ons avondmaal te bereiden. Het is nu 18h30 en we voelen dat er een slagske te slaan valt met wat gratis pinguïns vanop afstand. Net op het moment dat een lekkere dampende maaltijd klaarstaat worden we weggejaagd door een norse ‘ranger’. De weg wordt ’s nachts blijkbaar afgesloten en dit zonder duidelijke reden. Alles wordt dus in het werk gesteld voor de ‘commerce’ van de pinguïns… Degoutant! We hebben het gehad met Phillip Island en vervolgen onze avondrit tot aan Geelong, waar we de nacht doorbrengen op een parkeerterrein naast de autostrade. Zo zitten we in pole positie om morgen met frisse moed en vol verwachtingen aan de Great Ocean Road te beginnen.

Op donderdagochtend 2 november snorren we ‘one of the most scenic highways in the world’ op. De landschappen volgen mekaar snel op : dorpjes met stranden om te surfen, plattelandse polders met weiden, koeien en schapen, dichtbegroeid regenwoud, … De mensen van het visitor center in Lorne, één van de dorpen die we passeren, zijn gelukkig wel vriendelijk en wijzen ons een straat waar we een goede kans hebben om koala’s te spotten – deze keer écht in het wild. We volgen hun raad op en enkele minuten later kuieren we over een onverharde weg door een eucalyptus bos. Het ruikt heerlijk fris en na nog enkele minuten spotten we, met hulp van enkele andere koalahunters, ons eerste grijs pluizenbolletje in een boom. Zo wandelen we nog even verder en spotten we in totaal zo’n 5 exemplaren. Prachtig! We vinden weer een gratis camping diep in het regenwoud om de nacht door te brengen.

Op vrijdagmorgen hernemen we onze route langs de Great Ocean Road met het bezoek aan de oudste vuurtoren van Australië, cape Otway lighthouse. Ook daar spotten we nog wat koala’s en in de late namiddag komen we aan dé hotspot van de route : de ‘Twelve Apostles’. Enkele duizenden jaren geleden lag de kustlijn een paar honderd meter verder zeewaarts dan vandaag. De hevige wind en ruwe golfslag hebben ervoor gezorgd dat de kliffen langzaam eroderen. Sommige stukken klif bestaan uit hardere gesteenten, die langer weerstand bieden aan de erosie. Deze rotsmassa’s worden door de gestage erosie langzaam geïsoleerd van het vasteland en vormen op dag van vandaag rotspieken die eenzaam uit het water steken, zo’n 50-tal meter van de huidige kustlijn. Naarmate de avond valt werpt de zon een oranje gloed over de stenen, wat een bijzonder mooi kiekje oplevert. Ook de volgende dag bezoeken we enkele gelijkaardige rotsmassieven langsheen de kustlijn en rijden we door tot aan het eindpunt van de Great Ocean Road : de stad Warrnambool. Hier zullen we drie nachten doorbrengen, om een beetje te bekomen van het nomadenbestaan. We hebben de afgelopen drie weken nagenoeg elke nacht ergens anders geslapen, wat op den duur toch ook vermoeiend wordt.

We vinden een plekje aan het strand met mooi zicht op ‘Middle island’. Dit piepkleine eiland staat gekend voor zijn pinguïnkolonie en bij laagtij kun je er over het strand naartoe wandelen. Maar door de jaren heen is de kolonie stevig uitgedund omwille van onaandachtige toeristen die nesten kapot trappen, alsook door vossen die ’s nachts de kleintjes doodbijten. Om de pinguïns te beschermen is het eiland niet langer toegankelijk voor het publiek en hebben de lokale rangers er twee honden op geplaatst die de vossen moeten weghouden. Klaarblijkelijk werkt deze strategie wonderwel want sinds de plaatsing van de honden, zo’n 13 jaar geleden, zijn er geen doodgebeten pinguïns meer aangetroffen en is de kolonie opnieuw gestaag aan het groeien. We spotten de pinguïns wel vanop het strand, wat uiteraard als persoonlijke overwinning gevierd wordt tegenover de afzetters van Phillip Island!

Zondag maken we een daguitstap naar ‘Tower Hill’, het oudste en kleinste nationaal park van Australië. Het is een zeer charmante plek waar wallaby’s, koala’s en emoes vertoeven. Helaas blijft het daar niet bij… Na een wandeling merkt Joyce bloed op haar enkel. Vreemd want ze heeft niets gevoeld, geen jeuk gehad en dus ook niet gekrabd. We verschieten ons dood als er bij het opstropen van haar broekspijp een gladde, slijmerige, bruine bloedzuiger op haar been zit. De parasiet lost zijn greep snel en het blijkt gelukkig maar een klein wondje te zijn, dat wel heel lang blijft bloeden. De bloedzuiger spuit namelijk net zoals een mug een stollingsremmend product in je bloedbaan. We kunnen deze lelijke broebel dus catalogeren bij het clubje ‘waarom-bestaan-die-kutbeesten-eigenlijk’. Om te bekomen van de schrik picknicken we op een bankje onder een boom met zicht op een koala die bezig is aan een middagdutje (de beestjes slapen 18 uur op een dag). Een vriendelijke voorbijgangster meldt ons dat er verderop in het park een moeder met baby koala te spotten zijn. Joyce kan wel een cuteness overload gebruiken na haar confrontatie met de bloedzuiger dus we trekken weer de natuur in op zoek naar de moeder met baby. Aangezien de grijze rakkers toch de hele dag slapen en ze nogal opvallen in de eucalyptusbomen en zijn ze vrij eenvoudig te spotten. Na een half uurtje zoeken vinden we de moeder met het kleintje vredig op de arm. Joyce is de ranzige bloedzuiger alweer helemaal vergeten!

Het is mooi geweest wat de natuur betreft en dinsdag trekken we naar Melbourne om de laatste van de drie Australische grootsteden onder de loep te nemen. Campervans en grootsteden zijn geen eenvoudige combinatie, maar we vinden toch een gratis plekje aan het station van Coburg, een buitenwijk, vanwaar we op een half uurtje met de trein in Melbourne centrum staan. De stad staat bekend om zijn koffie, verfijnde multiculturele keuken en street art. We brengen twee aangename dagen door met onder andere een gegidste wandeling, een rooftop bar, enkele gezellige restaurantjes, een hippe cocktailbar, een theatervoorstelling genaamd ‘book of mormon’ van de makers van South Park en ter afsluiting enkele belgische biertjes in een Belgisch Bier Café. Een correcte citytrip dus, waarmee we in stijl afscheid nemen van Australië en de volledige focus nu op Nieuw-Zeeland leggen. See you mate!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 1014
Totaal aantal bezoekers 32505

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: