Nieuw-Zeeland: oooh's, aaah's en dode konijntjes - Reisverslag uit Picton, Nieuw Zeeland van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Nieuw-Zeeland: oooh's, aaah's en dode konijntjes - Reisverslag uit Picton, Nieuw Zeeland van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Nieuw-Zeeland: oooh's, aaah's en dode konijntjes

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

28 November 2017 | Nieuw Zeeland, Picton


Op zondag 19 november staat één van de must-do hikes van het Zuidereiland op het programma : Roy’s peak. Lien, een vriendin van mij die Nieuw-Zeeland net bezocht heeft en ons tonnen waardevolle informatie verschaft heeft – waarvoor oprechte dank, heeft gewaarschuwd dat het een pittige klim is. Eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we verder geen research gedaan hebben naar de exacte omstandigheden van de track. De ‘pittige’ klim blijkt een hike van 8 km te zijn naar de top met een hoogteverschil van 1250 m, waarbij je vanaf kilometer 1 tot en met kilometer 8 onophoudelijk stijgt. Enkele uren later staan we hijgend, doch met onze mond vol tanden te kijken naar het waanzinnig uitzicht over Lake Wanaka met de aangrenzende besneeuwde bergtoppen. Er is noch een wolkje aan de lucht, noch een zuchtje wind, wat betekent dat de gevoelstemperatuur vlotjes naar 30 graden gaat. We knabbelen wat voedzaams boven en na een half uurtje verbijsterd rondstaren en de obligate kiekjes/selfies vertrekken we terug naar beneden.
De aandachtige lezer zal reeds gemerkt hebben dat we de laatste weken/maanden nagenoeg elke avond op een andere locatie slapen. Dit brengt een zekere vermoeidheid met zich mee, gezien we ’s morgens meestal nog niet weten waar we ’s avonds gaan slapen. Joyce ligt er minder wakker van, maar het feit dat we eens 3 nachten op dezelfde locatie blijven, bezorgt mij wat gemoedsrust. Maandag hebben we bovendien eens een échte rustdag gepland : wasje doen, kort wandelingetje aan de camping en een boekje lezen. Deze gezapige plannen worden van ’s morgens vroeg al danig in de war gestuurd. Bij het ontwaken zien we dat er ’s nachts een campervan naast ons is komen te staan. Niks bijzonders, ware het niet dat de Britse, ietwat alternatief geklede dame me ’s morgens aanspreekt met de woorden : ‘ Aaaah, lovely day isn’t it… perfect day for some paragliding! Want to join me?’. De vrouw heet Nicola en is gediplomeerd paraglider. In de maanden april tot oktober oefent ze haar beroep uit in Zwitserland, terwijl ze van november tot maart in Nieuw-Zeeland terug te vinden is. Om een lang verhaal kort te maken : drie uur later zweven we (met onze respectievelijke begeleider uiteraard) van een naburige berg over het adembenemende landschap! De trip is kort, maar onvergetelijk.
Teruggekomen op de camping zien we een Nederlands koppel dat net voor ons geparaglide heeft. We keuvelen wat na met Niek en Dingsken (haar naam ontglipt me), wanneer een ander Nederlands koppel, Kenzo en Mirjam, de parking komen opgereden en vrolijk inpikken in het gesprek. Niek en Dingsken reizen alweer verder, maar we brengen onze maandagavond door met Kenzo en Mirjam vergezeld van enkele biertjes (Kenzo is net bij Heineken beginnen werken maar gelukkig biedt hij me een Nieuw-Zeelands biertje aan…). We wisselen tips en verhalen uit en kruipen uiteindelijk vermoeid onder de wol. Een bijzonder gezellige avond!
Alvorens we Wanaka achter ons laten doen we nog een laatste hike in de regio. Hiervoor rijden we zo’n 50 km weg van het dorp op een onverharde weg die doodloopt in de Rob Roy Glacier valley, waar we de gelijknamige track zullen doen. De weg alleen al is een evenement op zichzelf : we worden in alle mogelijke richtingen door mekaar geschud zodat onze endeldarm en blinde darm in een knoop gelegd worden. Af en toe kruist de weg een klaterend beekje, waarvan het water telkens dieper wordt naarmate we onze bestemming naderen. Op zo’n 3 km van de trailhead staan verschillende auto’s geparkeerd naast de diepste beek. Hier wordt blijkbaar het kaf van het koren gescheiden, en ondanks dat een afgereden bumper naast de beek ons dreigend aankijkt besluiten we om het er toch maar op te wagen. Joyce rolt ostentatief haar broekspijpen omhoog en loopt voorop om de diepste punten van de beek aan te wijzen. We loodsen er onze bangbus vlotjes doorheen en rijden triomfantelijk verder naar de parking aan het einde van de weg.

De wandeling zelf is een klim van zo’n 6 km die ons tot net boven de boomgrens brengt. De track mondt uit op een viewpoint met zicht om duimen en vingers van af te likken… Een gletsjer hangt over een steile rotswand en overal waar je kijkt zie je klaterende watervallen naar beneden komen. Iets verderop trekt een grote waterval de aandacht die vanaf een uitstekende rots zo’n 500 m lager in de vallei terecht komt. De setting is zo uitgestrekt dat ze in geen foto te bevatten is. Net zoals Roy’s Peak blijven we hier een half uurtje zitten om het tafereel te laten bezinken. Mits enige vorm van overdrijving durf ik zeggen dat het ons een beetje doet denken aan kijken naar de schilderijen op het plafond van de Sixtijnse Kapel : je kan het urenlang observeren en toch steeds nieuwe dingen ontdekken. Door de moeilijke weg ernaartoe zijn hier bovendien een pak minder toeristen dan op Roy’s Peak.

Ook op de terugrit ploeteren we vrolijk door de riviertjes en rijden we terug naar Wanaka en van daaruit verder zuidwaarts. We brengen de avond door in Queenstown, het bruisend hart van het zuiden. Na een goedkoop doch correct avondmaal rijden we nog een uurtje verder zuidwaarts naar het stadje Lumsden. We plannen immers om woensdag een daguitstap te doen naar Milford Sound (= fjord, zoals eerder toegelicht). Dit is de enige fjord in het zuidwesten van het Zuidereiland die over land toegankelijk is en bijgevolg bijzonder toeristisch is. Desondanks zou het één van de absolute hoogtepunten van het Zuidereiland moeten zijn. We bereiden ons mentaal voor op een dagje tussen roedels Japanners en proberen dat te counteren door om 6u ‘s morgens vanuit Lumsden te vertrekken. Er wacht ons een rit van ca 3 uur naar Milford Sound, waar je een boottochtje kunt maken op de fjord (men noemt het hier ‘cruise’ om de buitensporige prijzen wat te vergoelijken).

De rit zelf is in één woord adembenemend. De weg kronkelt door de bergen waarbij de landschappen mekaar in snel tempo afwisselen : ruwe rotsen, groene bergflanken, meren met een haast perfecte reflectie en uiteraard een legioen aan watervallen. Dit alles wordt overgoten met een stralend zonnetje wat in deze uithoek van Nieuw-Zeeland vrij zeldzaam is : het regent hier namelijk 1 dag op de 2. De ‘cruise’ vaart de volledige fjord af tot we zicht hebben op open zee. Onderweg zien we enkele zeehonden en zelfs een pinguïn (inclusief de eenheidsprijs!). Kort na de middag rijden we op het gemak terug richting Lumsden met onderweg nog enkele pittoreske tussenstops. Op Facebook en Instagram hebben we een foto geplaatst om u een beeld te geven van het uitzicht deze dag.

U merkt wel dat Nieuw-Zeeland ons de laatste 4 dagen nogal van de sokken geblazen heeft. Daar waar de eerste dagen positief zonder meer waren, komen er nu enkel maar superlatieven uit onze loftrompet geschald. De natuur is ronduit impressionant en we hebben het geluk dat de lente en het schitterende weer dit nog extra in de verf zetten! Kortom : de oooh’s en de aaah’s volgen mekaar aan snel tempo op. Op donderdag rijden we van Lumsden naar Dunedin, in het zuidoosten van het Zuidereiland. Een vriendelijke ober in Melbourne heeft ons aangeraden om hier naar de cocktailbar ‘Zanzibar’ te gaan, maar eerst drinken we eentje in de oudste pub van de stad, ‘Albar’ genaamd. We raken aan de praat met 4 stoere Nederlanders, die in feite 2 koppeltjes blijken te zijn. Er wordt in Albar een fascinerend ‘Belgian style’ biertje met 11% alcoholpercentage geserveerd, dat zeer vlot binnengaat. Gevolg is dat we enkele uren later 4 nieuwe vrienden hebben en nooit zullen weten hoe lekker de cocktails in ‘Zanzibar’ zijn…

Voorts heeft Dunedin niet zo heel veel om het lijf en op vrijdag rijden we langs de oostkust om daar enkele bezienswaardigheden te bezoeken. Op Otago Peninsula bezoeken we een albatroskolonie en proberen we wat pinguïns te spotten maar ook hier kan je ze enkel tegen betaling zien rondwaggelen, waarvoor we feestelijk bedanken! De oostkust doet een beetje denken aan de Franse kust in Normandië, met grillige kliffen en zandstranden die mekaar afwisselen. Eén van dé attracties in deze buurt zijn de ‘Moeraki Boulders’. De reisgidsen vertellen ons dat dit vreemde, bijna perfect bolvormige rotsen zijn die verspreid liggen over een afstand van slechts 100 m op het strand van Moeraki. Na het bezoek kan ik u oprecht mededelen dat dit de grootste scheet in een fles is die ik ooit waargenomen heb. De ‘boulders’ steken maar een beetje boven het zand uit en moest er niet zo’n heisa rond gemaakt worden, zou niemand ze ooit maar een blik waardig gunnen! Een verborgen parel aan de kust is dan weer de Katiki lighthouse, nauwelijks bewegwijzerd en dus niet zo druk bezocht. Op deze unieke plek broeden verschillende zeldzame vogelsoorten, waaronder ook de yellow eyed penguin. Eén van de weinige plaatsen dus in Oceanië waar je gratis pinguïns kan spotten! Helaas komen ze pas tegen zonsondergang uit de zee en hebben we te weinig tijd om ze op te wachten. Zonde!

Het wordt snel duidelijk dat de oostkust niet zo veel te bieden heeft als de Southern Alps in het binnenland. Daarom veranderen we van koers en trekken we terug landinwaarts om Mount Cook National Park te bezoeken. Dit park is ontwikkeld rond de gelijknamige berg die met zijn 3750 m de hoogste piek van Nieuw-Zeeland is. Op zondag opteren we hier voor de ‘Hooker Valley track’, door onze reisgids omschreven als ‘één van de mooiste wandelingen van het Zuidereiland’. De eenvoudige wandeling van 10km loopt door de vallei aan de voet van Mount Cook, maar gedurende de hele wandeling worden we getrakteerd op prachtige uitzichten op de ruwe bergflanken waarover ontelbare watervallen gedrapeerd zijn. Na de middag bezoeken we ‘Tasman Glacier’. Van de gletsjer zelf is niet veel te zien vermits deze bedekt is onder een laag steengruis, maar het Tasman Glacier Viewpoint geeft uit op een prachtig azuurblauw meer!

We verlaten Mount Cook National Park met een bijzonder goed gevoel en vervolgen onze weg. We passeren langs Lake Pukaki en Lake Tekapo, twee prachtige meren die bekend staan om hun felblauwe kleur (vooral Tekapo). Helaas vervaagt dit effect een beetje gezien de dag vrij bewolkt is. We trekken verder noordwaarts en op maandag staat een bezoek aan een The Lord Of The Rings – site op het programma. Voor de fans : we zullen ‘Edoras’ bezoeken! Een heuse daguitstap gezien we een 50 km lange doodlopende gravelweg moeten afrijden om de site te bereiken, waarna we uiteraard diezelfde 50 km terug moeten om onze route naar het noorden verder te zetten. Meer dan 2 bladzijden uitleg over het plekje is er niet terug te vinden in onze reisgids, maar we beleven er één van de puurste en mooiste ervaringen in de Nieuw-Zeelandse natuur. We zijn nagenoeg alleen op de weg en er zijn zeer weinig tekenen van menselijke impact op het landschap. Het lijkt alsof we opnieuw door de Ijslandse toendra cruisen met ruwe bemoste bergflanken en immense uitgestrekte valleien vol kniehoog struikgewas. De struiken staan in bloei wat het geheel afwerkt met felgele en –roze kleurtinten. Uiteindelijk komen we aan Edoras, wat voor mij gewoon een toffe rots is, maar Joyce herkent de scenes uit de LOTR-films. In tegenstelling tot de Hobiton site in het Noordereiland is deze site helemaal niet toeristisch uitgebaat, ver van alle beschaving en ook voor de LOTR-leek een absoluut hoogtepunt.

Uitgelaten rijden we terug en om de paar kilometer stoppen we om kiekjes te nemen. De late namiddagzon werpt haar zonnestralen op de vallei en maakt deze zo mogelijk nog mooier dan tijdens de heenrit. Een egeltje komt ons uitwuiven en ik stop voorzichtig om het prachtig levend wezentje veilig te laten oversteken. Net als we denken – hèhè wat een prachtige dag, laten we eens een overnachtingsplaats zoeken – passeren we nog een laatste bezienswaardigheid, de Rakaia Gorge. We stoppen aan de lookout en worden getrakteerd op een alweer felblauwe rivier die door het landschap kronkelt. Nadien neemt Joyce het stuur over en snorren we nog wat over het Nieuw-Zeelandse asfalt om toch nog wat noordwaartse kilometers te maken. We keuvelen na over de prachtige afsluiter van deze absolute hoogdag. Althans, dat denken we… Enkele minuten later kruist een onschuldig, speels en onoplettend konijntje ons pad. De licht suïcidale viervoeter is net niet snel genoeg weg en, in tegenstelling tot mijn zachte handelingen met het egeltje eerder die namiddag, maakt Joyce met een droge ‘POK’ een einde aan zijn bestaan. Konijntje zaliger laat hoogstwaarschijnlijk een vrouw en kinderen na… Uit respect voor Konijntje zaliger ronden we hier het verslag af en komen we spoedig bij u terug voor een verslag over onze laatste week in NZ, meer bepaald de ontdekking van het Noordereiland.


  • 06 December 2017 - 14:22

    Kenzo & Mirjam:

    Genoten van jullie verhaal! Wij vliegen morgen weer terugwaarts vanuit Auckland, geniet verder van jullie reis en wellicht een keer tot in het Haagsche!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 1117
Totaal aantal bezoekers 32474

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: