Laos - botte Belgen en luchtballonnen - Reisverslag uit Vientiane, Laos van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Laos - botte Belgen en luchtballonnen - Reisverslag uit Vientiane, Laos van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Laos - botte Belgen en luchtballonnen

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

09 Januari 2018 | Laos, Vientiane

Na de prachtige ervaring van de Gibbon Experience is de tijd rijp om meer van Laos te proeven. We besluiten om van Huay Xai per boot over de Mekong naar Luang Prabang te reizen. We hebben de keuze tussen de ‘slow boat’ die er 2 dagen over doet, met een tussenstop in het dorpje Pakbeng, of de ‘fast boat’ die na 6 à 7 uur Luang Prabang bereikt. Ons immer verschroeiend tempo indachtig lijkt de ‘fast boat’ meest geschikt voor de trip. Wat research online en navraag bij locals doet ons echter twijfelen. De fast boat is een bijzonder primitief en oncomfortabel bootje met zeer luide buitenboordmotor. Er is geen beschutting tegen de regen en ten gevolge van de hoge snelheid voelen regendruppels aan als nagels in je gezicht. Als je geluk hebt krijg je een motorhelm opgezet, als je pech hebt moet je maar 6 uurtjes doorbijten… Naar verluidt vallen jaarlijks meerdere doden op het traject, omdat de bestuurders soms aan hoge snelheid op rotsen knallen die net onder het wateroppervlak zitten. De fratskes met de scooter liggen nog vers in het geheugen en Joyces schouder wordt nog steeds opgesmukt door een steunverband dus besluiten we wijselijk om voor de slow boat te gaan.

Voor het vertrek nuttigen we nog een hartig ontbijt in Huay Xai. De eigenaar komt zich even bij ons zetten om een praatje te slaan. Hij spreekt vloeiend Engels, is die hard Arsenal supporter en legt ons uit dat er in Laos drie bevolkingsgroepen samenleven. Ze hebben elk een verschillend dialect en kunnen enkel in het Algemeen Beschaafd Laotiaans met mekaar communiceren. Ondanks dat ze in vrede samenleven, gebeurt het zelden dat mannen en vrouwen van de verschillende bevolkingsgroepen met mekaar trouwen. Het doet ons een beetje denken aan de West-Vlamingen , Antwerpenaren en Limburgers bij ons. Onze sympathieke gesprekspartner, Niam genaamd, vertelt ons ook dat hij vleugelspeler is bij ADO Huay Xai, het voetbalploegje van het dorp.

Opvallende randnoot is dat we gedurende twee weken in Thailand er niet zijn in geslaagd om een ‘koetjes-en-kalfjes’ gesprek te voeren met een Thai. De meesten spreken geen Engels, behalve enkele obligate woorden om hun commerce te doen draaien zoals ‘Yes’, ‘No’ en ‘You pay more!’. Wanneer je de prijs van een artikel vraagt zeggen ze niets maar typen ze het op hun rekenmachine dat ze vervolgens nors onder je neus duwen. Na een tijdje heb je zin om dat verdomde rekenmachine rechtstreeks in hun endeldarm te deponeren, maar tussen droom en daad staan ook in Thailand wetten en praktische bezwaren. Hier in Laos hebben we na 3 dagen al diverse gesprekken gevoerd met mensen, zonder dat je je moet afvragen hoe en wat ze je gaan proberen aansmeren. Een verademing, maar vooral interessant om de cultuur van het land wat beter te leren kennen en begrijpen! Na het aangenaam intermezzo met Niam nemen we de tuktuk naar de pier van Huay Xai om onze trip verder te zetten.

De boot zit vol met toeristen, aangevuld met enkele locals. De houten bankjes zijn niet comfy, maar we zitten tenminste overdekt. We glijden traag en statig over de Mekong, die zich door de Laotiaanse jungle kronkelt. Het oerwoud wordt af en toe onderbroken door kleine dorpjes van houten hutjes of paalwoningen. De Mekong is de enige toegangsweg en er hoppen dorpelingen op en van de boot met zakken vol etenswaar die ze zijn gaan kopen in Huay Xai. Kindjes zitten aan de oever van de rivier te ravotten, maar staken hun activiteiten wanneer ze de boot zien aanmeren. Enthousiast wuiven ze naar de toeristen en sommige proberen zelfs armbandjes te verkopen. Eens de mater familias van de boot gestapt is duiken ze met z’n allen in de zakken om te inspecteren wat voor lekkers ze heeft meegebracht uit de stad. Het doet me een beetje denken aan mijn reactie als kind toen mijn moeder thuis kwam van de supermarkt…

Na een 6-tal uur op de boot meren we aan in Pakbeng, een toeristisch dorpje halfweg Luang Prabang waar de burgemeester het voor mekaar gekregen heeft dat alle boten er stoppen. Bijgevolg puilt het dorpje uit van de guesthouses, barretjes en restaurantjes. Een schril contrast met de primitieve dorpjes slechts enkele kilometers stroomopwaarts! De volgende ochtend vervolgen we onze weg langs het mooie maar eentonige landschap. Deze twee dagen zullen niet de geschiedenis ingaan als degene vol adrenalinerushes, maar het is eens iets anders dan dubbel geplooid zitten in een minibus.

Op woensdagavond 3 januari komen we toe in Luang Prabang. We zullen er drie nachten doorbrengen omdat we gehoord hebben dat het een aangenaam oord is van waaruit je verschillende uitstapjes kunt doen. Laos is één van de weinige landen in Zuidoost-Azië die enkele decennia geleden gekoloniseerd werd door de Fransen. Deze invloed is overal nog bijzonder goed merkbaar, maar in het bijzonder in Luang Prabang. Niet alleen omwille van de koloniale huizen, maar vooral in de Franse cuisine. Het stadscentrum is Unesco werelderfgoed en puilt uit van gezellige bars, restaurants en Franse bakkerijtjes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de stad overrompeld wordt door Europese, Amerikaanse en Chinese toeristen. We nestelen ons op het terras van een Italiaans restaurant en eten er heerlijke, vers gemaakte pasta en bruschette. We sluiten de avond af in bar ‘Utopia’ met Sunny en Ollie, het Chinees-Duits koppel dat we hebben leren kennen tijdens de Gibbon Experience.

De volgende dag staat een bezoekje aan de Huang Ksi watervallen op de agenda. De watervallen vormen een cascade met zwemvijvertjes op verschillende niveaus. In tegenstelling tot de bruine smurrie van de Mekong rivier is het water hier helderblauw. De site rond de watervallen gonst van de Chinese en Europese toeristen, maar op aanraden van Sunny en Ollie vinden we een schitterend plekje waar nauwelijks iemand is. We nemen een plonsje met prachtig uitzicht over de omgeving. Eens terug in Luang Prabang centrum kuieren we wat rond op de gezellige avondmarkt, opnieuw omgeven door roedels toeristen. Na een sobere maar goedkope maaltijd aan een foodcourt besluiten we de drukte achter ons te laten en installeren we ons op het terras van… jawel, een Belgian Beer café! ‘A La Chouffeke a day keeps the doctor away’ zei een wijze profeet ooit dus ik consumeer nog een slaapmutsje. We raken aan de praat met een ander Belgisch koppel dat naast ons zit te tafelen. Tony en Griet zijn voor twee weken op vakantie in Cambodja en Laos en geven ons alvast een boeiend voorsmaakje over de geschiedenis van Cambodja, meer bepaald over de genocide die daar zo’n 25 jaar geleden plaatsvond. Net wanneer we op het punt staan om afscheid te nemen komt de eigenaar buiten. Hij blijkt afkomstig te zijn uit Edegem bij Antwerpen, is anders geaard en ondanks dat hij duidelijk al een stevig eind boven zijn theewater is nodigt hij ons vriendelijk uit om nog een pintje te komen drinken aan de bar. Hij wauwelt zijn naam die me door de spreekwoordelijke vod in zijn mond ontgaat. Volgens Joyce noemt hij Ernest dus zal hij in de rest van dit verslag ook zo genoemd worden.

Tony en ik stemmen uit beleefdheid in met de woorden ‘Alle dan Ernest, omdat ge blijft aandringen’ en volgen de gastheer naar binnen. Daar zitten warempel nog twee Belgen, eveneens anders geaard en vermoedelijk ook boven hun theewater. Onze dolle avond in Dunedin met de 2 Nederlandse homokoppeltjes zit nog vers in het geheugen en ook nu zijn alle ingrediënten aanwezig om er nog een zware avond van te maken: 7 Belgen en een bar vol met Belgische biertjes! Mis poes! Ernest krijgt met moeite nog drie zinnige woorden na mekaar gezegd. Hij schenkt ons een Laotiaans biertje in terwijl achter hem de ijsgekoelde Duveltjes me verleidelijk toelachen. Griet krijgt een wijntje en we beginnen wat te keuvelen met het toch ietwat vreemde trio.

Plots verandert de uitgelaten Ernest in een doodserieuze boekhouder met de woorden ‘Kunnen we dan afrekenen, aub? Dat is dan 50.000KIP’. Ik ga ervan uit dat Ernest aan het dollen is en barst in lachen uit, maar wanneer hij zich kwaad begint te maken besef ik dat het idee ‘Ernest is blij dat hij eens andere Belgen ziet en trakteert hen op een drankje’ blijkbaar toch wat naïef is. Griet en ik gooien ons kleingeld op tafel en komen aan zo’n 35.000KIP. We gaan ervan uit dat Ernest hier wel vrede mee zal nemen – hij heeft ons uiteindelijk zelf binnen gevraagd. Mis poes! Ernest begint zich nog kwader te maken, ons te verwijten voor gierige nozems en zijn twee kompanen porren ons aan om snel het resterende geld te leggen. Ik heb nog een briefje van 20.000KIP zitten en dat wordt snel uit mijn handen gegrist. Ernest lijkt plots weer tevreden, vouwt de briefjes dubbel en steekt ze in zijn binnenzak met de woorden : ‘Nu is het wel genoeg’. We zijn met ons vieren gedegouteerd door het atypisch Belgische schouwspel dat zich voor onze ogen heeft afgespeeld. Griet uit duidelijk haar ongenoegen en we verlaten meteen het etablissement. Bijzonder vreemd tafereel!

Vrijdag 5 januari is onze laatste dag in Luang Prabang en na een uitgebreide brunch nemen we een ferry naar de overkant van de Mekong. We komen er in een andere wereld terecht! Waar de statige en fiere koloniale huizen het stadscentrum sieren, is hier enkel een hobbelige zandweg met stoffige hutjes er langs. Kindjes lopen haast naakt rond en er wordt overal buiten gekookt op primitieve vuurtjes. We wandelen wat rond om de situatie goed in ons op te nemen en bezoeken er twee tempels. Eens terug in het centrum beklimmen we nog de centraal gelegen heuvel in Luang Prabang waarop eveneens een tempel gesitueerd is. Bedoeling is om de zonsondergang te bekijken, maar halverwege de klim stuiten we op drie jonge Boeddhistische monniken die een praatje beginnen slaan. Hun Engels is verrassend goed en op onze vraag vertellen ze honderduit over het leven als monnik. Zo gaan ze elke morgen in processie de stad rond waarbij ze eten krijgen van de lokale gelovigen. De meest ambitieuze monnik vertelt ons dat hij Youtube filmpjes bekijkt van succesvolle mensen, zoals bv Steve Jobs, waaruit hij inspiratie en kracht put om zijn droom te realiseren : zelf ook succesvol ondernemer worden. Bij het afscheid nemen is de jonge kerel zelfs bereid me een hand te geven, iets wat bij de monniken in principe strikt verboden is. Wanneer we uiteindelijk de heuveltop bereiken is de zon al lang ondergegaan maar dat kan geen van ons beiden ook maar een sikkepit schelen na de bijzonder boeiende conversatie!

De volgende dag trekken we per bus zuidwaarts naar Vang Vieng, een rit van zo’n 6 uur. Opnieuw een transfer day dus hebben we tijd om wat na te kaarten over Luang Prabang. De meningen zijn immers verdeeld : Joyce vindt de stad wat mondain, artificieel en mist het authentieke Azië gevoel. Ze neemt zelfs de woorden ‘het syndroom Knokke-Le Zoute’ in de mond. Tegelijkertijd ben ik bijzonder gecharmeerd door de Westerse oase in de Zuidoost-Aziatische woestijn. Ik heb het gevoel dat de sfeer die er hangt rechtstreeks afkomstig is van de tijd van de Franse kolonisten. Aan uzelf om Luang Prabang te bezoeken en uw oordeel te vellen! De rit naar Vang Vieng op zich verloopt niet bepaald van een leien dakje. Al na een half uur staan we een kwartier aan de kant terwijl de chauffeur onder zijn bus ligt te sleutelen. Dit tafereel herhaalt zich nog een keer of 3. We zitten vrij vooraan op de bus en ik moet toegeven dat het knipperende rode lichtje op het dashboard, begeleid met de regelmatig weerkerende pieptonen niet echt rustgevend is. We raken uiteindelijk toch veilig op onze bestemming na een rit van meer dan 8,5 uur.

Wat opvalt tijdens de rit door het prachtig Laotiaans landschap is dat de jungle regelmatig onderbroken wordt door grote betoncentrales met Chinese opschriften. Uit diverse gesprekken de afgelopen dagen zijn we te weten gekomen dat China grote infrastructuurwerken uitvoert én financiert in Laos en Thailand. Zo worden wegen getrokken, bruggen over de Mekong gebouwd, een hogesnelheidstrein aangelegd van Shanghai naar Bangkok via Vientiane, etc. Naar verluidt betaalt de Laotiaanse overheid slechts 5% van de kosten. Wat er tegenover staat is me niet volledig duidelijk. In sommige gevallen grondstoffen zoals hout maar vermoedelijk is de drijfveer van de Chinezen om Laos financieel afhankelijk te maken van de Chinese republiek. Een soort economische verovering dus, een moderne kruistocht waardoor China ook buiten zijn theoretische landsgrenzen oppermachtig wordt. Dit zonder oorlogen en bloedvergieten. Hetzelfde tafereel heb ik in 2009 al kunnen vaststellen toen veel grote infrastructurele projecten in Ghana uitgevoerd werden door Chinese bedrijven.

Vang Vieng zelf heeft niet zo veel te bieden. Het is een vrij lelijk stadje dat focust op Chinese toeristen. Joyce haar schouder is nog steeds niet in orde dus besluiten we op 7 januari een georganiseerde daguitstap te doen waarbij we ‘tuben’ (= dobberen op een rubberen opblaasband) doorheen een grot, kajakken over een rivier en de ‘Blue Lagoon’ bezoeken : één grote tourist trap met een overrompeling aan Chinezen! Terwijl de honderden Chinezen in hun reddingsvest ploeteren in het meertje (Aziaten kunnen per definitie niet zwemmen) beklimmen wij de steile trappen naar de ingang van de Tham Phukam caves. Net zoals in de Verenigde Staten zijn we na enkele honderden meters wandelen nagenoeg helemaal alleen… We klauteren zo’n 500m diep in de gigantische grot vol met imposante stalactieten en –mieten, tot we in absolute duisternis zitten. Het schuchtere zaklampje van de gsm is net voldoende om te kunnen vaststellen dat de grot werkelijk machtig is. Ongetwijfeld het hoogtepunt van de dag!

We ronden ons verblijf in Laos af op dinsdag 9 januari met een dagje in de hoofdstad Vientiane. De stad heeft op zich niet veel te bieden en we gebruiken het leeuwendeel van de dag om de rest van onze trip wat voor te bereiden. ’s Avonds zullen we een vlucht naar Hanoi nemen om daar mijn familie te vergezellen voor een tiendaagse trip door Vietnam… We kijken er alvast naar uit! Tot blogs!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 773
Totaal aantal bezoekers 32493

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: