Namibië - waar woestijn en oceaan mekaar groeten - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Namibië - waar woestijn en oceaan mekaar groeten - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Namibië - waar woestijn en oceaan mekaar groeten

Door: Joyce & Steven

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

26 Februari 2018 | Namibië, Windhoek

Zoals op het einde van de vorige blog reeds toegelicht komen we Namibië binnen via de Ngoma grensovergang. Deze verleent toegang aan een vreemde, penisvormige landstrip van zo’n 600 km lang en slechts 40 km breed tussen Botswana en Angola, Caprivi genaamd. Het stukje land werd genoemd naar de Duitse generaal ‘Von Caprivi’ die de grond kreeg van de Engelsen in ruil voor Zanzibar. Zijn doel was om een verbinding te maken tussen Namibië, dat toentertijd een Duitse kolonie was, en de Zambezi rivier die uitmondt in de Indische oceaan en zo een handelsroute tot stand te brengen. Deze is er tot op dag van vandaag nog steeds niet, omdat generaal Von Caprivi over het hoofd gezien had dat de majestueuze Victoria Falls een vlotte scheepvaartverbinding onmogelijk maken…

Over de eerste dagen in Namibië kunnen we kort zijn. Het vlakke savannelandschap dat we al te vaak zagen in Botswana zet zich onverstoorbaar verder in de Namibische penis en het kost ons twee lange rijdagen alvorens we Etosha National Park binnen rijden. Volgens gesprekspartners in Kruger zou Etosha nog mooier zijn dus de verwachtingen zijn vrij hoog. Voor De Mol is het na Chobe zijn tweede kennismaking met de safari dus hij popelt om zijn eerste katachtigen te spotten. Ook neushoorns hebben we niet gezien in Chobe dus deze sloebers staan eveneens hoog op de ‘to spot’ lijst. We brengen de eerste nacht door in Namutoni restcamp. Net als in Kruger Park zijn de kampen in Etosha netjes en verzorgd en bieden ze accommodatie voor de kampeerder, alsook comfortabele bungalows. Er is een restaurant en een waterplas waar je na een lange dag gamedriven kan ontspannen met zicht op wat drinkend wildlife. Althans in theorie… Het terrein rond de plas ligt nauwelijks hoger dan het waterniveau zelf waardoor je eigenlijk nagenoeg niets ziet. Een uurtje spotten levert niets op, waarna we licht teleurgesteld in onze tent kruipen.

Gelukkig brengt de volgende dag beterschap. We trekken van Namutoni camp naar Okaukuejo camp, zo’n 140 km dieper in het park. Van regen is in Etosha hoegenaamd geen sprake meer en de temperaturen stijgen ver boven de dertig graden uit waardoor grillige dampen lijken op te stijgen uit de bodem. Naast een groepje van vier leeuwen spotten we ook een cheeta die net voor onze jeep de weg oversteekt en een neushoorn die rustig een badje neemt. Een bijzonder succesvolle dag dus, maar het absolute hoogtepunt komt pas ’s avonds wanneer we ons installeren aan de waterhole in Okaukuejo. De zonsondergang is ronduit prachtig en we nuttigen een pilsje met zicht op enkele zebra’s. Na de avonddis installeren we ons opnieuw rond de poel en genieten we meer dan een uur van een groepje van 5 neushoorns, waaronder een kleintje, die in en rond het water stoeien. Het tafereel wordt afgemaakt met een schuchtere giraf die enkele slokjes komt drinken en een nerveuze hyena die wat heen en weer hobbelt. Een prachtige dag vol wildlife!

We hebben nog een tweede nacht in Okaukuejo voor de boeg en we brengen deze dag door met een tripje naar het oosten van Etosha. We picknicken in ‘sprokieswoud’, een afgelegen hoekje van het park waar we nagenoeg alleen kunnen genieten van een grote kudde gemsbokken, zebra’s, een olifant en een groep van 8 leeuwen die liggen te luieren in de schaduw van een grote boom. ’s Avonds aanschouwen we een gelijkaardig schouwspel aan de waterhole, waarbij er ditmaal zelfs zes neushoorns de revue passeren. Het zijn trouwens allemaal ‘black rhino’s’, iets kleiner maar ook veel zeldzamer dan hun grote broers de ‘white rhino’s’. We kunnen dus zeker spreken van een geslaagde passage in Etosha, maar om te beweren dat het park indrukwekkender is dan Kruger is een beetje kort door de bocht. Ik kan me wel inbeelden dat het in Kruger wat drukker is in het hoogseizoen omdat er veel meer kampen zijn verspreid over het park, terwijl in Etosha slechts drie grote kampen zijn.

We trekken verder richting het zuidwesten om een nachtje door te brengen rond Twyfelfontein in de regio ‘Damaraland’, een halfwoestijn met grillige rotsmassieven en eindelijk wat reliëf in het landschap (ook Etosha is één grote vlakte). We brengen de nacht door op Aabadi mountain camp, een bijzonder basic campsite midden in het woeste landschap. Twyfelfontein zelf is een historische site met oude rotstekeningen, maar zoals met vele van dergelijke sites ziet het eruit alsof er die ochtend een kleuter wat is komen krassen in de rots. De gemotiveerde historische piet pienter hangt er dan een wazig verhaal aan vast over nomaden die de tekeningen 2.000 à 6.000 jaar geleden (hoe breed kan je een tijdsinterval nemen??) gemaakt zouden hebben. U leest misschien een zekere sceptische toon tussen de lijnen en dat is zeer zeker correct gelezen.

Bij het verlaten van Twyfelfontein valt ons oog op een klein dorpje met de naam ‘Vrede’. De huizen zijn niet meer dan enkele golfplaten tegen mekaar gestapeld. Wanneer de kindjes van het dorp merken dat we vertragen beginnen ze uitbundig te wuiven. Ik stop en we slaan een praatje met de bewoners, waarbij we vertellen dat het woord ‘Vrede’ ook in onze taal gekend is. Gezien ons levenspad geïnspireerd wordt door Sint-Maarten, de échte Sint die kinderen cadeautjes gaf aan de stadspoort, delen ook wij koekjes uit aan de kindjes. De ouders zijn verrassend eloquent en geven aan dat ze Engels, Afrikaans, de Damara kliktaal en hun oorspronkelijk dialect uit Zuid-Afrika spreken. Al snel worden ze iets té eloquent naar mijn zin en een moeder legt uit dat ze de kindjes opleggen om te wuiven naar voorbij rijdende toeristen, in de hoop dat deze stoppen en uitdelen als barmhartige Samaritaan. Je voelt natuurlijk de bui al hangen en nog in dezelfde adem vraagt de vrouw of we niet willen sponsoren ‘om een school te kunnen bouwen’.


Vervolgens kiezen we een route langs de Skeleton Coast National Park, wat één van de meest verlaten gebieden van Namibië schijnt te zijn. Deze hypothese kunnen we absoluut bevestigen en we rijden gedurende uren en uren zonder ook maar één ander voertuig te zien. Het landschap verandert snel van ruwe rotsachtige woestijn naar enorme zandvlaktes en wanneer we uiteindelijk zicht krijgen op de oceaan is het landschap zo ruw geworden, met continue snedige windvlagen, dat het lijkt dat enige vorm van leven op deze plaats gewoon onmogelijk is. Hier, op deze woeste vlakte, is de weg herschapen tot twee wazige sporen in het zand, die we hardnekkig proberen te volgen. De jeep schudt, davert en slipt in alle richtingen maar graaft zich gelukkig niet vast. We rijden verder in zuidelijke richting langs de kustlijn en na verloop van tijd komen we restanten van oude mijnen tegen. Half ingestorte staalconstructies tonen ook aan dat er iemand ooit naar olie gezocht heeft op deze plek, maar zijn pogingen nogal abrupt gestaakt heeft en de afbraak van de infrastructuur aan de natuur overlaat. We slapen net buiten het Skeleton Coast National Park, op een afgelegen camping die voornamelijk gebruikt wordt door vissers uit Swakopmund voor een weekendje weg.

Ook het leeuwendeel van zaterdag 24 februari brengen we in de wagen door, met een bijzondere stop aan Cape Cross. Deze rotsachtige kaap staat gekend omwille van zijn zeehondenkolonie. De kustlijn wordt letterlijk overrompeld door duizenden exemplaren. Misschien heeft u nu een feeëriek beeld voor ogen van schattige zeehondjes die onbezorgd met mekaar stoeien. Laat mij u deze illusie even ontnemen… Bij het uitstappen dringt een penetrante geur onmiddellijk onze neusgaten binnen. Daarnaast ontneemt een oorverdovend kabaal elke vorm van goesting om nog verder te wandelen. Helaas hebben we €8 entree moeten betalen dus kiezen we eieren voor ons geld, begraven we onze neus in onze zakdoek en betreden we dapper het houten loopplatform. Overal zijn krijsende zeehonden te zien die over en onder mekaar kruipen. Iets wat ooit een picknickbankje moet geweest zijn wordt nu bezet door een legioen van zo’n 10 exemplaren die ons uitdagend aankijken met een ‘Kom hier uw bokes maar opeten als je durft’-attitude. Af en toe is een levenloze zeehond waarneembaar tussen de krioelende menigte, dewelke vermoedelijk de verschrikkelijke geur veroorzaken. Terwijl ik het tafereel met een mix van verbazing en afschuw in me opneem, stap ik tot overmaat van ramp in een zeehondendrol die op het loopplatform verzeild geraakt is. Laat ons concluderen dat dit niet meteen de meest geslaagde bezienswaardigheid van Namibië is…

We brengen de nacht door op een camping net buiten Swakopmund, één van de amper drie steden aan de volledige (!) westkust van Namibië. In noordelijke richting strekt het Skeleton Coast Park zich uit tot de grens met Angola, terwijl in het zuiden het Namib-Naukluft park de grens met Zuid-Afrika aait. Swakopmund zelf is een vreemde, zelfs irreële stad, die tot enkele decennia geleden volledig Duits was, maar ondertussen meer en meer overspoeld wordt door blanke Afrikanen. Het is een bijzonder welvarende stad, waarbij volop riante villa’s bijgebouwd worden. Het contrast met de primitieve hutjes die we in Noord-Namibië zagen is echt enorm. We laten ons vertellen dat het voornamelijk vakantiewoningen zijn dus dopen we de stad tot ‘het Knokke van Namibië’. We brengen de nacht door op een campsite net buiten de stad, die wordt uitgebaat door een vriendelijk Duits koppel. Thomas en ik spenderen de namiddag in de lokale beergarden om wat wereldproblemen op te lossen. We beslissen om de volgende dag, tevens Thomas zijn voorlaatste dag in Namibië, niet in de wagen door te brengen maar een daguitstap te doen vanuit Swakopmund naar het Namib-Naukluft park.

We worden ’s ochtends vroeg opgepikt en omstreeks 9u stappen we een boot op in Walvis Bay voor een tochtje op de baai van zo’n 3 uur. Onderweg zien we flamingo’s, zeehonden en dolfijnen, maar de trip wordt vooral opgesmukt door de guitige begeleider Jackson. Hij komt al snel rond met een glaasje Sherry, om ons enkele minuten later enkele pilsjes toe te steken. Dit proces herhaalt zich enkele keren en alvorens we opnieuw in de haven aanmeren worden we getrakteerd op oesters met bubbels. Eens aan wal worden we opgewacht door Mario, een vrolijke zwarte Namibiër die ons op sleeptouw neemt voor een 4x4 tocht door de woestijn. Ook zijn kofferbak is gevuld met ijsgekoeld bier, wat er de stemming (die al vrij uitgelaten was) nog beter op maakt. Mario begint zijn tocht langs de kustlijn waar hij af en toe stopt om wat uitleg te geven. Al snel komen we op een smalle zandstrook waarbij aan de ene zijde de Atlantische oceaan zijn golven brullend op het land spuwt en aan de andere zijde statige zandduinen oprijzen.

De traktaties van Jackson hebben ons vleugels gegeven dus Thomas en ik huppelen onbevreesd de duin op. Wanneer we ca tien procent van de beklimming achter de rug hebben liggen we hijgend languit op de duin. Het mulle zand glijdt systematisch weg onder onze voeten waardoor het lijkt of we bij elke stap naar boven er twee naar beneden glijden. In een overmoedige bui had ik nog een pilsje uit Mario’s koffer meegezjapt ‘voor onderweg’ maar halverwege de duin laat ik het achter, samen met mijn schoenen. Deels op karakter, deels geagiteerd door Joyces smalende kreten van beneden af, slepen we ons tot aan de kam van de duin. Eens het zwart van voor m’n ogen verdwenen is, zie ik dat het uitzicht verbluffend is. De woestijn strekt zich uit zo ver het oog reikt. Onze positie levert een vogelperspectief op de duinen die abrupt plaatsmaken voor de oceaan, wat een prachtig beeld oplevert. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook Joyce de beklimming tot een goed einde gebracht heeft, met veel minder hijgen en puffen dan ons (maar ook met minder alcohol in haar bloed).

Na dit intermezzo neemt Mario ons opnieuw op sleeptouw en manoeuvreert hij zijn bolide vlotjes de duinen in. Het is een bijzonder amusante ervaring om de steile duinen te bedwingen met een 4x4, ook al rijd je zelf niet. Na zo’n anderhalf uur rondcrossen hebben ook Mario en zijn collega’s snacks en drankjes voorzien, een picknick in het midden van de woestijn. We nemen nog wat beeldige kiekjes om vervolgens terug naar Walvis Bay te rijden waar we afscheid nemen van Mario. Omstreeks 18u30 worden we netjes terug op de campsite afgezet en kunnen we terugblikken op een bijzonder geslaagde dag.

Op maandag 26 februari rijden we van Swakopmund naar Windhoek, waar we Thomas zullen droppen op de luchthaven. We nemen een route die een stukje door het Namib-Naukluft park loopt en opnieuw is de onmetelijke leegte opvallend. De weg is in bedenkelijke staat en we rijden opnieuw uren zonder andere wagens tegen te komen. Het landschap varieert van platte, dorre woestijn naar grillige bergen. Windhoek zelf is een vrij kleine maar propere stad. Het lijkt niet meteen het walhalla voor de gemotiveerde citytripper maar is naar Afrikaanse normen meer dan correct. We vinden een campsite vlakbij de luchthaven en na nog een plonsje in het zwembad nemen we afscheid van De Mol, die een temperatuurshock van meer dan 30 graden tegemoet gaat! Joyce en ik trekken vanaf overmorgen opnieuw de Namibische woestijn in, waar de temperaturen richting 40 graden zullen stijgen… Zo heeft iedereen zijn problemen natuurlijk ;) Tot blogs!

  • 11 Maart 2018 - 14:05

    Heuninckx Danielle:

    Het was weer een heel avontuur! De geur van de rottende zeehonden hangt nog in mijn neus en het zand zit nog steeds in mijn oren. Vele groetjes en nog veel plezier de laatste weekjes! Doei xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 778
Totaal aantal bezoekers 32504

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: