Namibië - Big Daddy en de klapband
Door: Joyce & Steven
Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce
06 Maart 2018 | Namibië, Keetmanshoop
Maar wat een unieke plek! We hebben weer uren door de droge, dorre woestijn gereden en het eerste dat ons opvalt is Franz z’n keurig gemaaid gazonnetje dat feestelijk besproeid wordt. Een pristineblauw zwembad lacht ons uitnodigend toe en we worden hartelijk begroet door Rebecca, een Duitse stagiaire, en Franz zelf. De campsites liggen op zo’n kilometer van de receptie en zijn gevestigd onder een overhangende rots, met verbluffend zicht op de omgeving. Franz heeft de sites bijzonder vernuftig ingericht : een propere flush toilet, handwasbakje, pompbak in de kookruimte en door een zonneboiler te koppelen aan de watertank kun je zelfs een warme douche nemen midden tussen de rotsen. Franz en Lore zijn er dus in geslaagd om een campsite te creëren waarbij je een gevoel van eenheid met de natuur koppelt aan alle moderne hedendaagse luxe. Ongetwijfeld één van de mooiste plekken waar we gedurende onze wereldreis overnacht hebben!
De volgende ochtend maken we een lange hike in de omgeving en de twee Jack Russels van het huis vergezellen ons spontaan. De felle zon kietelt de temperaturen al snel richting de dertig graden en we delen onze watervoorraad met onze viervoetige bodyguards. Rond de middag zijn we terug aan de campsite waar we na de lunch met een beetje spijt in het hart afscheid nemen van Franz. We trekken verder van Rooiklip naar het westen, met als bestemming de Sossusvlei. Dit is één van de absolute trekpleisters van Namibië en de vallei staat gekend om zijn indrukwekkende zandduinen. We boeken een plekje op de enige campsite in het park, zodanig dat we de dag erop in alle vroegte (om 5u45) de duinen kunnen intrekken om de zonsopgang te aanschouwen aan Dune 45 – een bekend punt in de vallei. Tussen droom en daad staan echter praktische bezwaren en wegens omstandigheden (lees : we geraken niet uit ons bed, tamme ossen die we zijn!) vertrekken we pas om 6h45. Gelukkig nog net op tijd om de zon boven de duinen te zien priemen. Weliswaar niet vanop Dune 45, maar kom dat was toch wat te mainstream ;). We bereiken de beroemde duin omstreeks 7h30 en beklimmen hem op een drafje. De uitzichten op de naburige duinen zijn inderdaad prachtig en de ochtendzon werpt een oranjerode gloed op de zandmassa’s.
Na ons intermezzo aan Dune 45 trekken we nog dieper de vallei in met als einddoel de Sossusvlei en Deadvlei, twee kurkdroge vlaktes, beiden omringd door imposante duinen en begroeid met grillige, kale bomen. Van beneden af is de combinatie van witte bodem, donkere bomen en oranjerode duinen absoluut prachtig, maar wij willen ook een vogelperspectief op het tafereel dus besluiten we de beruchte Big Daddy te beklimmen. Big Daddy is de hoogste duin van de omgeving en biedt bijgevolg een 360° zicht op de volledige streek. De hike er naartoe is amper 3 à 4 kilometer maar het ‘pad’ loopt over steile zandduinen die het wandelen drie keer zo zwaar maken. Toch loopt een zandduin veel vlotter in nuchtere toestand dan in beschonken toestand zoals enkele dagen eerder in Walvis Bay en dus na een dik uurtje staan we puffend op de top van Big Daddy. De irritante Amerikanen die ons vooraf gingen verlaten het plekje gelukkig vrij snel, waardoor we enkele minuten helemaal alleen boven zijn. Het uitzicht is ronduit machtig en eigenlijk moet een bezoekje aan de Sossusvlei zeker gepaard gaan met deze beklimming om een impressie te krijgen van de oneindige woestijn die zich in alle windrichtingen uitstrekt.
Tegen de middag loopt de temperatuur op tot bijna 40 graden en alle toeristen haasten zich terug naar de uitgang van de park. We zijn zowat de enigen die nog picknicken aan Sossusvlei en laten deze prachtige plek kort na de middag achter ons. Gezien we letterlijk midden in de woestijn zitten valt er verder niet veel te beleven in de Sossusvlei (een dagje hiervoor voorzien is dus meer dan genoeg) dus rijden we al een eindje zuidwaarts en slaan ons bivak op aan Duwisib Castle. De olijke gerant leert ons dat dit het enige kasteel is in Namibië, gebouwd in 1909 door een Amerikaans-Duits koppel dat een optrekje wilde noch in Amerika, noch in Duitsland. Het is dus Namibië geworden… Het kasteel is best pittoresk en de campsite is zeer degelijk. Ideaal voor een transfernachtje dus! Op zaterdag 3 maart trekken we verder zuidwaarts met als bestemming ‘Fish River Canyon’, tevens een vrij bekende trekpleister in Namibië. Ondanks dat het leeuwendeel van de wegen gravel zijn, leggen we de 400 km af in slechts een vijftal uren. Gezien we geleerd hebben dat zonsopgangen niet echt aan ons besteed zijn, brengen we nu de nacht door net buiten het park op een campsite genaamd ‘The Canyon Roadhouse’. We bekomen wat van de rit aan het zwembad – het is uiteindelijk zaterdag voor iedereen! – met zicht op een brutale gemsbok die zich komt tegoed doen aan de vers gesproeide grassprietjes van het naburig gazonnetje.
Op zondag 4 maart hebben we een dagje Fish River Canyon ingepland. Net als in de Sossusvlei is er slechts één weg die naar de canyon loopt en na een twintig minuutjes snorren bereiken we ons doel : ‘The main viewpoint’. Een vreemd fenomeen bij sommige canyons is dat het omliggende landschap niet per se bergachtig is. Zowel bij de Grand Canyon, als bij de Bryce Canyon in de VS rijd je over een vlakte waarbij plotsklaps een spectaculair ‘gat’ van honderden meters diep, tientallen kilometers breed en honderden kilometers lang zichtbaar wordt. Dit is net zo bij de Fish River Canyon… Wikipedia heeft ons geleerd dat dit na de Grand Canyon de tweede grootste canyon ter wereld is, dus wanneer we onderweg naar het viewpoint het landschap slechts zeer licht zien glooien voelen we een gezonde spanning en nieuwsgierigheid naar het zicht dat ons te wachten staat… En ja hoor, onze verwachtingen worden meer dan ingelost. Bij het betreden van het viewpoint ontplooit zich een absurd indrukwekkend schouwspel aan grillige rotsformaties, terwijl zo’n 500 meter onder ons de Fish River glinstert in het ochtendlijke zonlicht.
We wandelen zo’n 2,5 km langs de rand van de canyon naar het zogenaamde ‘Hikers viewpoint’. Daar aangekomen zien we een Duits koppeltje nonchalant afdalen in de canyon, voorzien van slechts één klein rugzakje waar max één flesje water in past. Ze negeren alle waarschuwingsborden die duidelijk vermelden dat het strikt verboden is om in deze tijd van het jaar af te dalen in de canyon. De temperaturen kunnen oplopen tot ver boven de 40 graden en aangezien je de wandeling start met een vlotte afdaling is het risico reëel dat je jezelf tegenkomt in het opnieuw naar boven klimmen. Gelijkaardige waarschuwingen golden ook aan de Grand Canyon. We kijken dus met argusogen toe hoe het koppeltje steeds dieper afdaalt in de canyon, tot ze uit het zicht zijn. Onder het motto ‘Trek uwe plan, domme Duitsers’ keren we terug naar onze auto en vervolgen we onze weg langs de canyon om nog wat viewpoints mee te pikken. Wanneer we anderhalf uur later opnieuw passeren aan hikers viewpoint zien we dat hun wagen er nog steeds staat. We gaan toch even een kijkje nemen maar zien geen teken van leven in de canyon. Het is ondertussen 13u en er is niemand anders meer in de buurt. We worden toch lichtjes bezorgd en besluiten te picknicken aan het hikers viewpoint. Als we aan het einde van onze lunch nog geen teken van leven zien zullen we de rangers verwittigen. Na een kwartiertje horen we uiteindelijk stemmen van diep in de canyon en zien we de twee moeizaam naar boven strompelen. Om de 5 meter houden ze halt en kijken ze naar boven om de afstand in te schatten. Wanneer ze de laatste fase van de beklimming bereiken klauter ik ze tegemoet met een flesje water, terwijl Joyce naar onze jeep rent om nog wat extra water. Onze twee sloebers zijn door het dolle heen om mij te zien met het water. Eens boven geklauterd slurpen ze dankbaar ook Joyce flesjes leeg en we keuvelen wat bij over Namibië en de pracht van de canyon. Een opwelling van barmhartigheid van onzentwege, die de dag erop onmiddellijk zijn vruchten afwerpt…
Op maandag 5 maart besluiten we in een grote lus rond de Fish river canyon te rijden en een stukje van het Ai Ais Richterfeld Transfrontierpark mee te pikken : we volgen een route die langs de grens tussen Zuid-Afrika en Namibië kronkelt, zonder daarbij de grens effectief over te steken. Na amper een half uurtje snorren begint de wagen plots te slippen en te hobbelen. Joyce blijft zoals steeds koelbloedig, zet zich aan de kant van de gravelweg en we zien meteen dat we een klapband hebben. Gelukkig heb ik in België eens geoefend om een band te vervangen dus Joyce en ik beginnen gemotiveerd aan de klus. We staan helemaal alleen op een verlaten weg in het midden van de woestijn, maar toch slagen we er vrij snel in om de kapotte band te verwijderen. De stabiliteit van de krik op de zachte ondergrond laat echter te wensen over en wanneer we de reserveband willen plaatsen schuift de krik van onder de wagen en valt deze op zijn as. Gelukkig zitten we er niet onder, maar onze krik is wel volledig kaduuk. Nog geen 2 minuten na het voorval – ik zit ‘Le Penseur’-gewijs op de kapotte band te peinzen over een oplossing – passeert een jeep met drie Duitse deernes. Ze lenen ons hun krik en na een half uurtje graven, krikken en bouten hangt het reservewiel in positie. Het gehele proces heeft toch dik anderhalf uur in beslag genomen en na de Duitse drievuldigheid uitvoerig te bedanken kunnen we onze weg probleemloos vervolgen. We vinden een kampeerplekje aan de stad Aus, van waaruit we op 6 maart een route van 450 km naar de oostelijke grens tussen Namibië en Zuid-Afrika afleggen. Hier eindigt ons avontuur in Namibië en reizen we verder door Zuid-Afrika, meer bepaald doorheen het Kgalagadi National Park.
Verschillende vrienden die Namibië reeds bezochten zijn lyrisch over het land. Na een eentonige start in de Caprivi strip heeft het land de hoge verwachtingen meer dan ingelost. Een ongelofelijk variërend landschap met tevens een enorme diversiteit aan fauna. De meeste steden en dorpen zijn bijzonder netjes en veilig, een absolute aanrader dus voor een drieweekse rondreis! Tot blogs!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley