Fiji time! - Reisverslag uit Yasawa Group, Fiji van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu Fiji time! - Reisverslag uit Yasawa Group, Fiji van Steven en Joyce - WaarBenJij.nu

Fiji time!

Door: Steven

Blijf op de hoogte en volg Steven en Joyce

13 Oktober 2017 | Fiji, Yasawa Group

Zondagmorgen 8 oktober landen we in Nadi, Fiji , voor wat we hopen dat één van de absolute hoogtepunten van de wereldreis zal worden. Fiji is een eilandengroep met meer dan 300 eilanden in de pacifische oceaan op zo’n 4 uur vliegen van West-Australië. Het is één van die landen waar men jaarlijks als eerste nieuwjaar viert en het staat gekend als tropische bestemming. We zullen hier 9 nachten verblijven om dan door te vliegen naar Australië. Nadi ligt op het hoofdeiland Viti Levu, maar de eerste drie nachten zullen we verblijven in een traditioneel Fiji’s dorp op één van de kleinere eilanden van de Yasawa eilandengroep, Wayalailai genaamd. We overnachten er in een ‘homestay’ (dus bij mensen thuis) die we geboekt hebben via airbnb.

De eigenaar van de homestay heet ‘Whise’ en komt ons ophalen aan de luchthaven. Hij is een rijzige, slanke man van halverwege de 50 en het meest opvallende aan zijn verschijning is de lange rok die hij draagt. Zijn Engels is gebrekkig, maar hij is wel zeer vriendelijk en behulpzaam. Hij neemt ons mee naar een ATM in de havenstad Lautoka en meldt ons dat hij nog enkele minuutjes nodig heeft om de boot naar het eiland vaarklaar te maken. Whise vertelt dat zijn gezin twee huizen heeft : een huis in een buitenwijk van Lautoka ,waar ze doorgaans verblijven, en het huis op het eiland dat hij ter beschikking stelt voor toeristen. Hij vraagt of we zin hebben in thee of koffie en stelt voor om naar de mcdonald’s te gaan naast de bankautomaat. We zeggen dat we toch niet echt naar Fiji gekomen zijn om in de mcdonald’s te zitten en vragen of hij geen plekje kent dat iets meer ‘Fiji’ uitstraalt. Gezien het zondag is, wat in Fiji letterlijk een rustdag is, is er niets anders open. Whise belt prompt naar zijn vrouw Imeru en vraagt haar wat thee te zetten, waarop hij ons meeneemt naar zijn eigen huis in Lautoka. Naast zijn 5 eigen kinderen lopen er nog een vijftal andere jongelui rond in het huis, dat niet veel meer is dan enkele houten muren met wat golfplaten erover en een houten inkomdeur. De ontvangst van Imeru is bijzonder hartelijk en we krijgen wat thee en brood geserveerd. Terwijl Whise samen met Aku, the captain van de boot, hun schip vaarklaar gaan maken, vertelt Imeru het één en ander over het leven in Fiji.

Hun huis in Lautoka is de uitvalsbasis voor veel studenten uit het dorp, gezien er op Waylailai geen middelbare scholen of universiteiten zijn, wat meteen de gezellige drukte verklaart. Naarmate dat het gesprek vordert beginnen we een zeker opportunisme te merken bij Imeru. We vertellen dat we nog niet alle nachten geboekt hebben en ze begint spontaan voorstellen te doen om nog wat extra nachten bij hun of familie van hun te boeken. We besluiten dat we nog enkele andere opinies willen afwachten en boeken nog niets bij Imeru, duidelijk tegen haar zin. Na een uurtje komt Whise ons terug oppikken en zet ons af aan de haven, van waar the captain het overneemt. We vragen ons wel af wat de ‘voorbereidingen’ precies inhielden want de boot is niets meer dan een veredelde roeiboot met buitenboordmotor. We varen iets langer dan een uurtje en onderweg naar onze bestemming zien we al enkele paradijselijke eilanden met palmbomen en parelwitte stranden. Het huis waar we verbleven wordt bij afwezigheid van Whise en Imeru verzorgd door Cherry en Fish, een koppel van om en bij de veertig. Cherry verzorgt de catering terwijl Fish de activiteiten voor zijn rekening neemt. Bij aankomst op het strand staat Fish ons al op te wachten. Het is zondagvoormiddag, iets na 10 uur en de twee mannen maken haastig de boot leeg en tonen ons snel de airbnb. Lees de voorgaande zin nog maar eens goed door, want het zal vermoedelijk de laatste keer zijn dat je de woorden ‘haastig’ en ‘snel’ zal terugzien in deze blog over Fiji. De reden van de spoed is dat de kerkdienst al een tijdje bezig is en dit is zeer belangrijk voor de Fijianen.
Gelukkig is er Cherry om ons op te vangen in onze thuis voor de komende drie nachten. ‘The paradise house’ , zo staat te lezen op de kleurrijke voorgevel . Het wordt duidelijk dat het niet echt de gewoonte is om gasten te ontvangen op een zondag. We hebben continu het gevoel dat Tom Waes beschreef bij zijn bezoek aan Samoa : op zondag wordt er niets gedaan behalve gebeden. We mogen van Cherry zelfs niet rondwandelen in het dorp tot dat de kerkdienst is afgelopen. Daar zitten we dan, onze eerste uurtjes te niksen op de ‘veranda’ voor het huisje en te genieten van een kopje thee. Cherry maakt ons duidelijk dat we moeten overschakelen op ‘Fiji time’ : rustig aan doen, eerst wat relaxen en gebeurt het vandaag niet, dan zal het ongetwijfeld morgen of overmorgen wel eens lukken.

Net zoals het huis van Whise en Imeru in Lautoka bestaat onze verblijfplaats voornamelijk uit hout met golfplaten als dakbekleding. Er geen ramen maar wel een soort glazen lamellen waarmee je buiten van binnen kan scheiden. Deze blijven echter dag en nacht open te staan om een verfrissend briesje op te wekken in huis – van airco is uiteraard geen sprake. Aan de achterzijde van het huis is een klein koertje met twee kleine houten barakjes, één ervan is de WC (warempel mét spoelsysteem!) en de andere is de ‘douche’. Aan de buitenzijde van de douchebarak is een lavabootje waar we de tanden kunnen poetsen.

Na een uurtje is de mis gedaan en het dorp komt weer wat tot leven. Enfin, dat is een bijzonder zware uitspraak want de meeste dorpelingen gaan over naar het vaste zondagmiddagritueel : slapen. Cherry serveert ons middageten om 12h stipt met een soort zoete aardappel, twee worstjes en enkele schijfjes ananas. Na de lunch mogen we toch eens rondwandelen en zo krijgen we een beter beeld van het dorp.
The paradise house ligt in het midden van het dorp, dat me aan dorpen in Ghana en Uganda doet denken. In tegenstelling tot de traditionele Afrikaanse chaos hangt er een vredige rust. Af en toe drentelt een nieuwsgierig ukje rond die eens van ver ‘Bula’ roept, ‘Hey daar’ in het Fijisch. Uit de kerk weerklinken mooie gezangen en sporadisch komt er iemand uit gelopen, werpt ons een vrolijke ‘Bula’ toe en gaat weer terug naar zijn huis van God. Er hangt een broeierige hitte in het dorp die gelukkig iet of wat gebroken wordt door een licht briesje.

We maken ook kennis met Bo, de haan . Hij blijft steeds in een straal van maximaal 10 meter rond de woning trippelen en af en toe wandelt hij er eens parmantig door, ons brutaal en uitdagend aankijkend. Het zal al snel blijken dat Bo niet onze beste vriend wordt. Naast Bo lopen er ook regelmatig katten, honden , vogels en gekko’s rond in huis. Bovendien wordt the paradise house ook een beetje gebruikt als IT-lokaal voor het volledig dorp. Gezien er een (beperkt) wifi netwerk is en een vrij goed functionerend stopcontact komen de dorpelingen in onze leefruimte hun facebookske checken en hun gsm opladen, op kosten van de naïeve toerist die immers betaalt voor de elektriciteit en wifi. Let wel : de gsm’s zijn moderne smartphones en veel kindjes lopen ook rond met een tablet. Dit opvallende fenomeen heb ik ook in Afrika al gezien en verbaast me dus niet echt. Iedereen loopt ons huis in en uit dus van privacy zal er de komende dagen niet veel sprake zijn.

Bij het rondwandelen in het dorp merken we dat de dorpelingen geen nood hebben aan luxe, maar wel een zeer eenvoudig en gezapig leven leiden. De hutjes zijn sober gebricoleerd, waarbij elk huisje enkele zonnepaneeltjes op het dak heeft. Op zonnige dagen geeft dit voldoende energie om ’s avonds wat licht te laten branden. Op bewolkte of regenachtige dagen heeft men pech. Stromend water is afkomstig van een bron halverwege de enige berg op het eiland. We naderen het einde van het droog seizoen dus dat betekent dat er een lange periode van droogte geheerst heeft. Er zit nauwelijks iets van debiet op het kraantje en Cherry vraagt ons om geen douche te nemen, maar een emmertje te vullen en dit over ons te gieten om water te besparen.

We beseffen dat we na de luxe bij nonkel Peter onze mindset opnieuw moeten veranderen. En eigenlijk lukt dat wonderwel. Zowel Joyce als ik hebben al wat ervaring in Afrika en draaien de knop ook meteen om. Het grote verschil tussen dit Fijiaans dorp en de dorpen die ik gezien heb in Afrika is voornamelijk het aantal inwoners. In Fiji is dit naar schatting minder dan de helft dorpelingen dan dat er in Ghana of Uganda op dezelfde oppervlakte zou wonen. Dit zorgt voor een zekere rust en charme dus ondanks de beperkte middelen voelen we ons hier al snel op ons gemak. De mieren die over onze enkels krioelen en de kakkerlak die we uit de slaapkamer moeten jagen nemen we er met een iet of wat geforceerde glimlach bij.

Cherry voorziet ons van snorkelgerief en we gaan een beetje snorkelen in de azuurblauwe oceaan. Het zandstrand is wit en enkele palmbomen zorgen voor wat broodnodige schaduw. Het is de eerste keer dat ik in open zee snorkel en in het begin is het nog wat dutsen, maar de onderwater zichten op de koralen vol met tropische visjes zijn een lust voor het oog. We liggen een tijdje op het strand en keren dan terug naar ons huis waar Cherry al volop aan het avondmaal bezig is. Ze vertelt ons dat we na het diner moeten langsgaan bij de oudste vrouw van het dorp voor het kava-ritueel : een typisch Fijiaans gebruik. Whise en Imeru hadden ons hiervan al op de hoogte gebracht en we zijn op voorhand enkele wortels van de Kava-plant gaan kopen. Deze worden fijngemalen in een speciale urne en vermengd met water wat resulteert in een modderbruine vloeistof die een lichtverdovende werking zou hebben. Het ritueel op zich is zeer rustig en de kava smaakt zeer bitter en kruidig. Na afloop verwelkomt de leidster van het dorp ons zeer plechtig in de dorpsgemeenschap. Of het nu aan de kava ligt, of aan de vermoeidheid na de lange reis : in elk geval slapen we die nacht bijzonder goed!

De volgende ochtend, maandag 9 oktober, worden we om 5 uur ’s morgens gewekt door onze pseudovriend Bo die onophoudelijk begint te kraaien onder ons slaapkamerraam. Ik kan nog net verhinderen dat Joyce hem in een coq-au-vin vermaalt en we staan dus op om 6 uur en maken een korte ochtendwandeling op het strand. Om 7 uur serveert Cherry het ontbijt en aansluitend gaan we met Fish de oceaan op. Bestemming is een rif zowat halverwege tussen het vasteland en ons eiland, waar we kunnen snorkelen tussen haaien. Het gaat om witpuntrifhaaien die zo’n meter groot zijn. We worden vergezeld van Jack, een Fijiaan die in een naburig resort werkt. Na een half uurtje varen duikt Jack met een speer uit de boot. Enkele minuten later springt hij er fluks weer in en spartelen er een vijftal kleine vissen aan zijn speer. We varen verder en eens aan het rif aangekomen verscheurt hij de vissen en gooit ze in het water om de haaien te lokken. Joyce en ik wippen zoals twee gezwinde gazelles uit de boot en we zien een grote opening in het rif. Jack duikt naar de bodem met zijn lokaas en na enkele minuten zien we van onder de koraalrotsen een eerste haai tevoorschijn komen. We willen de doorsnee groene jongen niet choqueren, maar we geven toch een kleine beschrijving van het tafereel dat zich vervolgens voltrekt : Jack geeft de haai een stevige rechtse op zijn neus, grijpt hem langs boven vast met zijn linkerhand en brengt hem naar de oppervlakte, waar wij de haai mogen strelen. Al snel komen er enkele andere boten met toeristen van andere resorts naast onze boot liggen en Jack wuift triomfantelijk met zijn haai uit het water om hem aan de andere boten te tonen. Nadat ook enkele andere toeristen de haai hebben ge(h)aaid ;) laat Jack het arme dier los en verdwijnt deze weer onder het rif. Vervolgens gooit hij nog enkele kapotgescheurde visjes in het water, waarna het tafereel zich nog enkele malen herhaalt. We hadden het verhaal mbt het ‘snorkelen met de haaien’ ook in een wat meer spectaculair Hollywood-getint jasje kunnen gieten maar hebben er deze keer voor geopteerd om het verhaal volledig waarheidsgetrouw aan de lezer over te maken.

Het is nog maar tien uur ’s morgens wanneer we al terug op het vasteland zijn. We houden even halt aan een resort dat uitgebaat wordt door de familie van Cherry en Fish en tegen 11 uur zijn we terug thuis. Gezien de tropische temperaturen is er in het dorp zeer weinig activiteit tussen 11h en 16h en na de lunch leggen we ons nog wat op het strand. Om 16h hebben we opnieuw afgesproken met Fish voor een pittige wandeling naar Wayasewa rock, het hoogste punt van het eiland. Volgens de dorpelingen moeten we een gids mee hebben omdat het er zou krioelen van wilde honden en zwijnen. Wij vermoeden dat dit eerder marketing is dan bezorgdheid, want ondanks de oprechte vriendelijkheid van de Fijianen zijn het ook opportunisten en commercanten pur sang dus blijf je als toerist toch een beetje een wandelende melkkoe. Enfin, Fish gidst ons blootsvoets naar boven waar we een prachtig zicht hebben op de ondergaande zon in de oceaan, alsook op de naburige eilanden. De zandstranden, het blauwe water, de palmbomen en de ondergaande zon… Het lijkt of we een Neckermann reiscatalogus zijn binnengewandeld!

De terugkeer naar beneden is iets turbulenter. Misschien heeft Fish een hongerke, een goestingske of wil hij voor het donker thuis zijn… In elk geval begint hij als een bezetene naar beneden te rennen. Er zit niets anders op dan hem te volgen, gezien de duisternis in de gebieden rond de evenaar zeer snel intreedt. We glijden verschillende keren bijna weg op de steile helling, maar geraken gelukkig zonder kleerscheuren beneden. Een pittige trip dus, maar zeker ongelofelijk de moeite waard. Terug in het huis aangekomen maken we kennis met Virginie en haar moeder, twee Franse dames die één nacht bij ons verblijven. We keuvelen de hele avond en krijgen verschillende waardevolle reistips voor onze volgende bestemmingen.

Op dinsdag 10 oktober is het Fiji day, de nationale feestdag. Er zijn verschillende activiteiten gepland in de school in het naburig dorp, zoals rugby – en volleybalwedstrijden, traditioneel koken en kava ceremonies. We kijken er enorm naar uit, want niet alleen de dorpelingen vieren feest maar ook alle toeristen op het eiland zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het spektakel. Tien minuten voor we moeten vertrekken krijgt Joyce echter een aanval van zware duizeligheid. Ze gaat even op bed liggen en wordt bleker en bleker. We besluiten dat we beter in ons huisje blijven en maar goed ook want enkele minuten later verdwijnt ze ongemakkelijk in het toilethokje. De rest van de dag blijft Joyce in bed, met mij er naast om een oogje in het zeil te houden en af en toe de emmer eens te gaan legen. Gelukkig voelt ze zich ’s avonds al wat beter en de ochtend nadien is ze terug haar kwieke zelve. We zijn beiden teleurgesteld dat we Fiji day gemist hebben, maar gezondheid gaat natuurlijk boven alles. Ook Cherry heeft de hele namiddag geen centimeter van onze zijde geweken om Joyce te helpen waar ze kon, wat wel bijzonder lief is en geapprecieerd wordt. Door dit soort gebaren krijg je heel snel het gevoel dat je een deel van de familie bent.

Woensdag is het tijd om afscheid te nemen van de familie in Wayalailai. De volgende halte is Drawaqa Island, waar we twee nachten geboekt hebben in het Barefoot Manta resort. Dit is de enige plaats in Fiji waar je kan zwemmen met mantarays, ook wel reuzeroggen genoemd. Dit is één van de absolute dromen van Joyce, dus we hopen van ganser harte dat deze in de komende dagen werkelijkheid zal worden! Wordt vervolgd…

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Steven en Joyce

Op 11 augustus 2017 vertrokken we vanuit Brussel voor onze reis rond de wereld. Langs deze weg houden we jullie op de hoogte van onze avonturen, onze ervaringen en geven we enkele reistips mee.

Actief sinds 20 Aug. 2017
Verslag gelezen: 1397
Totaal aantal bezoekers 32517

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2017 - 01 April 2018

Wereldreis

Landen bezocht: